Zwangerschap en Covid-19

Omdat wie zwanger is, zich niet alleen zorgen maakt over zichzelf als zij ziek wordt, maar ook om het kindje dat zij draagt, vinden we het belangrijk om gedegen informatie te delen over zwangerschap en Covid-19, waar dat kan gerust te stellen en aanstaande ouders te helpen bij het maken van hun afweging.
De meest gestelde vragen hebben we hier verzameld.

Hebben zwangere vrouwen meer kans om ziek te worden of op de ic terecht te komen?

Sinds najaar 2021 schrijft het RIVM op haar website dat zwangere vrouwen een grotere kans hebben op een ernstig verloop van Covid-19 en een hogere kans om op de ic te komen in vergelijking met niet-zwangere leeftijdgenoten. Tot en met juli 2021 meldde de landelijke COVID-19 richtlijn van LCI, RIVM juist dat zwangeren geen verhoogde kans hadden op het oplopen van SARS-CoV-2 danwel een ernstiger beloop na infectie.

Wanneer we de onderzoeken naar dit verhoogd risico nader bekijken, is het de vraag of het nu genoemde verhoogde risico betrekking heeft op alle zwangere vrouwen, of vooral op vrouwen met onderliggende ziekten of risicofactoren. De cijfers over het verhoogde risico komen namelijk uit een database van vrouwen met een medische indicatie voor de zwangerschap of uit internationale studies, waar de basisgezondheid van zwangere vrouwen en het gezondheidszorgsysteem soms nogal verschillen met de Nederlandse situatie. Risicofactoren zoals overgewicht, bestaande onderliggende ziekten, niet-Westerse afkomst en een hogere leeftijd van de moeder (>35 jaar) blijken de kans op ernstige ziekte en ic-opname te verhogen. Hoe groot de invloed van de risicofactoren is, weten we niet precies, omdat deze in de studies niet wordt belicht.

Uit meerdere studies in 2020 blijkt dat zwangere vrouwen ongeveer net zoveel kans hebben besmet te raken en ziek te worden van het coronavirus als niet-zwangere vrouwen. De symptomen zijn zelfs minder hevig in de zwangerschap.

Als wordt gesteld dat de kans op ic-opname hoger is, vergelijk je de kans van de groep zwangere vrouwen met een andere groep, bijvoorbeeld met niet-zwangere vrouwen. Dat is een relatief risico. De kans dat er een ziekenhuis- of ic-opname voorkomt in de hele groep zwangere vrouwen, noem je het absolute risico. Dit is de kans voor een gemiddelde Nederlandse zwangere vrouw om in het ziekenhuis of op de ic terecht te komen. Die kans is in Nederland erg klein, zo laten onderstaande cijfers zien.

 De Nederlandse Nethoss/Perined registratie heeft tussen maart 2020 en oktober 2021 in totaal 9506 meldingen binnengekregen van zwangere vrouwen met een bewezen Covid-19-infectie. Van 8434 zwangere vrouwen was er een follow-up. Daarvan werden 846 vrouwen opgenomen in het ziekenhuis (10%). Er werden 81 zwangere vrouwen opgenomen op de intensive care en 63 op de obstetrische high care (144/8434= 1,7%). Bij de NethOSS/Perined registratie gaat het om gemelde ziektegevallen. De groep zwangere vrouwen met een Covid-19- besmetting was waarschijnlijk groter, want twee derde van de zwangere vrouwen heeft geen symptomen van corona (RCOG,2021).

Nederland telt jaarlijks circa 170.000 zwangerschappen. Omgerekend naar een jaar (NethOSS registreerde 19 maanden) zou het absolute risico op een ziekenhuisopname voor Nederlandse zwangere vrouwen neerkomen op 534/170.000 (0,3%), dat is 3 ziekenhuisopnames per 1000 zwangere vrouwen. Het risico op een ernstig beloop van Covid-19 met opname op de High/Intensive Care is ongeveer 91/170.000 (0,05%), oftewel 1 op de 2000 zwangere vrouwen.

 In Nederland zijn nog geen zwangere vrouwen overleden aan Covid-19.

Kan het coronavirus (Covid-19) de placenta beschadigen?

Daar zijn aanwijzingen voor, maar we weten niet precies of dit ook de conditie van de ongeboren baby benadeelt. In augustus 2021 verscheen het onderzoek van Husen et al (Erasmus Universiteit Rotterdam) dat het verschijnsel beschrijft van placentabeschadiging bij zwangere vrouwen die een positieve test hadden danwel ziek waren geweest door het Sars-Cov2-coronavirus. De ernst van de symptomen stond daarbij los van de mate van beschadiging. Ook als er weinig symptomen van Covid-19 waren geweest, kon de placenta beschadigd zijn, of andersom.

De manier waarop het onderzoek van Husen et al is opgezet, laat alleen de beschrijving toe van het verschijnsel dat placentabeschadiging kan voorkomen wanneer een vrouw ziek is (geweest) van het coronavirus. We weten niet in hoeverre het Sars-Cov2-virus de beschadigingen in de placenta’s uit dit onderzoek daadwerkelijk heeft veroorzaakt. Dit kan ook door andere factoren komen. Placentabeschadiging komt namelijk ook voor bij andere ziektebeelden, zoals pre-eclampsie. De helft van de vrouwen met een door Sars-Cov2 beschadigde placenta uit dit onderzoek had bijvoorbeeld diabetes, dat los van Covid-19 placentabeschadiging kan veroorzaken.

Het bewijs dat het coronavirus de placentaschade veroorzaakte is ook niet sterk, omdat het onderzoek zeer klein was: van slechts 36 vrouwen werden de placenta’s onderzocht. Vier placenta’s hadden een afwijkend microscopisch beeld, dat gelinkt kon worden aan het Sars-Cov2-virus. De beschadiging van de placenta’s zou invloed kunnen hebben op de conditie van de baby. De onderzoekers zeggen zelf dat er meer onderzoek nodig is en dat deze studie het niet toelaat om er stellige uitspraken over te doen.

Dat geldt ook voor het vervolgonderzoek dat gynaecoloog Schoenmakers van het ErasmusMC deed naar aanleiding van het onderzoek van Husen.

Van dit onderzoek is nog geen wetenschappelijke publicatie verschenen. Vanwege het onderzoeksdesign en het ontbreken van onderzoeksgegevens en peer-review, is ook over dit onderzoek niets met zekerheid te zeggen over een oorzakelijk verband tussen Covid-19, de conditie van de placenta en complicaties of sterfte.