aug 10, 2021

Bereidt Nederland zich voor op nieuwe vuurproef?

aug 10, 2021

 “Onze zorg is niet klaar voor nieuwe vuurproef”. Het is de titel van het opiniestuk van wetenschapper Eline van den Broek-Altenburg en internist Evelien Peeters dat werd geplaatst in de Telegraaf van 27 juli jl. Onderstaand de uitgebreide versie van het stuk die daarvoor als basis diende. 


Capaciteit zorgstelsel staat ter discussie

 

Terwijl Nederland van het slot gaat, en weer erop, maken artsen zich zorgen. Van het coronavirus zijn we nog niet af. Dit najaar al staan onze zorgmedewerkers voor een nieuwe uitdaging, want virussen hebben nu eenmaal hun eigen cyclus en hun eigen moment om te pieken. Daar moeten we ons op voorbereiden.

Over ons zorgstelsel leven veel vragen. Is het wel berekend op haar taak? Doen politici genoeg om de capaciteit te verhogen? Wordt er capaciteit bijgebouwd op onze ic’s? Worden onze zorgmedewerkers beter betaald en krijgen ze extra scholingsaanbod of alleen een applausje voor bewezen diensten? Wordt er genoeg gedaan aan ziektepreventie en leefstijlbeïnvloeding om een notoire virusverleider als obesitas terug te dringen? Krijgen alternatieve medicijnen als Ivermectine en Hydrochloroquine (in combinatie met azitromycine en zink) de kansen die ze verdienen? Diverse huisartsen zijn enthousiast. Maar het lijkt soms wel alsof coronaminister Hugo de Jonge nieuwe inzichten liever buiten de deur houdt.

Ongekend hoog ziekteverzuim

Welke politieke keuzes ook gemaakt worden, feit is dat ons zorgstelsel piept en kraakt in haar voegen, qua capaciteit en qua functionaliteit. Het ongekend hoge ziekteverzuim is daarvan misschien wel het beste bewijs. In het eerste kwartaal van 2021 bereikten de verzuimcijfers in de zorgsector een historisch hoog niveau van 6,8 procent. (Bron: CBS) De verpleeg- en verzorgingstehuizen spanden de kroon met een ziekteverzuim van 8,2 procent. Sectoren zoals de bouw, industrie en dienstverlening kwamen niet eens in de buurt. Daar komt bij dat de ene 6,8 procent niet de andere is. Het is algemeen bekend dat uitvallers in de zorg ook echt ziek zijn, echt opgebrand, echt niet in staat om snel weer aan het werk te gaan. ‘De eerste hulp staakt nooit’, weet iedereen die op de eerste hulp werkt. Zorgmedewerkers gaan door tot ze omvallen. Het is de aard van het beestje.

Operaties uitgesteld, meer sterfgevallen

Veel zorgmedewerkers lopen op hun laatste benen en veel zorgorganisaties zitten op hun limiet. Uit een recente inventarisatie van de Samenwerkende Kwaliteitsregistraties (SKR), een samenwerkingsverband van diverse grote zorgorganisaties, blijkt dat als gevolg van de coronacrisis 140.000 operaties werden uitgesteld. De SKR analyseerde gegevens van maar liefst tien miljoen patiënten. Van de 80.000 patiënten die na een ongeval of val in huis op de trauma-afdeling belanden, overleed 2,4 procent in 2018 en 2019. Toen kwam corona en in 2020 overleed maar liefst 2,9 procent. Dat zijn honderden sterfgevallen méér dan in de jaren daarvoor. Zij konden niet op de ic’s terecht.

De SKR maakt zich ook zorgen over mensen die symptomen hadden van een herseninfarct of hartinfarct maar zich niet meldden in het ziekenhuis. Dit aantal daalde in 2020 met een zorgwekkende 15 procent. Ook de gevolgen van uitgestelde kankeroperaties en -diagnoses zijn nu al merkbaar in de ziekenhuizen, stelt de SKR. Veel kankerpatiënten, die vanwege het grote aantal coronapatiënten later naar het ziekenhuis konden dan anders, hadden tumoren die zich in een verder gevorderd stadium bevonden. Zo had 40 procent van de patiënten met huidkanker al te maken met uitzaaiingen in de hersenen. In de periode voor de coronacrisis was dit nog 27 procent.

“De macht ligt teveel bij private ondernemingen,
die miljarden verdienen terwijl onze zorgmedewerkers één keer per jaar een applausje krijgen en met bosjes omvallen omdat ze overwerkt zijn.”

Het zijn afschrikwekkende signalen, die alles te maken hebben met de beperkte capaciteit van ons zorgsysteem, dat teveel gewicht moet torsen. Volgens Evelien Peeters, internist en bestuurslid van het Artsen Collectief, is de tijd rijp voor vernieuwing. Het zorgsysteem is volgens haar “totaal verzuild” en wordt gedomineerd door grote bedrijven. Concurrentie op zich is prima om elkaar uit te dagen. Maar de balans is zoek, met perverse prikkels tot gevolg. Peeters: “De macht ligt teveel bij private ondernemingen, die miljarden verdienen terwijl onze zorgmedewerkers één keer per jaar een applausje krijgen en met bosjes omvallen omdat ze overwerkt zijn. Ondertussen zitten de cao-onderhandelingen muurvast en vindt de Nederlandse Federatie UMC (NFU) 3 procent loonsverhoging niet reëel. Het systeem is failliet. We moeten toe naar een zorgstelsel waarbij de mens voor de financiën komt. De financiële prikkel ligt nu bij het wachten op en behandelen van ziektes. Zorgorganisaties en -medewerkers zouden juist beloond moeten worden voor gezondheid.”

Transitie naar waardegedreven zorg

Met de door Peeters gewenste transitie naar waardegedreven zorg ontstaat er een heel andere dynamiek en zijn we beter voorbereid op een nieuwe crisis. Dat is hard nodig want de afstemming tussen politiek, openbaar bestuur en zorgsector lijkt zoek. ‘We doen het samen’, was Ruttes mantra tijdens zijn speeches op tv. Maar is dat echt zo? Terwijl ons zorgsysteem in 2020 zwaar op de proef werd gesteld, werden corona-noodziekenhuizen in Maastricht (MECC) en Rotterdam (Ahoy) al voor de piek van de pandemie op last van de overheid afgebroken. Ook de aanbiedingen van hotelketens om bedden en verzorgend personeel te leveren, werden keer op keer afgewezen. Hoe valt dit uit te leggen? Hebben we dit samen gedaan? Een volledig transparante koers, vrij van belangenverstrengeling, lijkt noodzakelijk.

Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), Gezondheidsraad (GR) en Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) betekent voorbereiden op een volgende crisis vooral ‘het besef dat die crisis er gáát komen’. Dat concluderen de drie organisaties in het op 10 juni 2021 verschenen essay ‘Verwerven, waarderen en wegen. De inzet van kennis bij beleidsadvisering in crisistijd’. Het essay volgt uit een werkconferentie over de rol van kennis bij het omgaan met een acute, chronische of voorspelde crises.
WRR, GR en ROB betogen dat crises vragen om aanpassingsvermogen van politici, bestuurders en adviesraden. Die moeten proactief vragen formuleren, richting geven en vooruit kijken. Er is een verdeling van taken en verantwoordelijkheden nodig tussen wetenschap, advisering en besluitvorming en adviesraden dienen ervoor te waken dat deze verantwoordelijkheden te veel met elkaar vervlochten raken. Dit wordt steeds belangrijker naarmate een crisis langer duurt en de rol van politiek en bestuur prominenter wordt.

Huidig systeem is een kaartenhuis

Kort door de bocht: we blunderen ons de coronacrisis door, met onverklaarbare besluitvorming en juridische dwalingen als resultaat. Het nieuwe hoofdlijnenakkoord zegt dat de komende jaren de zorgvraag met 4 procent zal toenemen. Maar het zorgaanbod mag niet uitbreiden. Je hoeft geen wetenschapper te zijn om te concluderen dat het systeem zonder vernieuwingsslag als een kaartenhuis in elkaar zal vallen.

Vernieuwing van ons zorgstelsel is haalbaar vanwege de beschikbare nieuwe technologie. Gezondheidswetenschapper Eline Van den Broek-Altenburg, professor Radiologie aan de Universiteit van Vermont (VS) en gespecialiseerd in epidemiologie, gezondheidseconomie en biostatistiek, onderschrijft de noodzaak van vernieuwing. Zij onderzoekt waardegedreven zorg en voorspelt in haar onderzoeken klinische en economische effecten van waardegedreven maatregelen voor ziekenhuizen en de zorgsector als geheel (in de VS en Nederland). Volgens Van den Broek-Altenburg is in 2006 met de stelselherziening al de basis gelegd voor de huidige problemen. ‘Van aanbodgereguleerd naar vraaggestuurd’ was het credo van de nieuwe Zorgverzekeringswet in 2006. Een mooie theorie, maar de praktijk laat iets anders zien. Er is louter concurrentie op een klein stukje aanvullende zorg, maar het basispakket wordt nog steeds door de overheid gereguleerd en er wordt steeds opnieuw aan de knoppen gedraaid. Neem de verzekeringsmarkt, of de budgettering van de ziekenhuizen, waarbij de overheid nog steeds een stevige vinger in de pap heeft. Daar is geen sprake van marktwerking. De verzekeringspremies worden kunstmatig laag gehouden. Ter compensatie wordt er bezuinigd. Van den Broek-Altenburg: “Maar de samenleving vergrijst. We krijgen steeds meer patiënten. Daarom is bezuinigen op de capaciteit geen goed idee. Vooral preventie en geneesmiddelenprijzen zijn daar de dupe van. Ook qua logistiek en uitwisseling van patiënten tussen ziekenhuizen is winst te halen.”

Overheid is verantwoordelijk voor schade maatregelen

De structurele bezuinigingen hebben de afgelopen twintig jaar tot grote schommelingen in het aantal ziekenhuisbedden geleid. Er werd opgeschaald en weer afgeschaald. Toen kwam corona en hadden we een capaciteitsprobleem. Van de Broek-Altenburg: “De overheid zegt daar niets aan te kunnen doen. Ze hadden sneller kunnen handelen, dat hebben ze in het verleden bewezen. Ze hebben niets gedaan om snel op te schalen en hebben ook niet uitgelegd waarom niet. Ook nu er minder mensen in het ziekenhuis liggen, en de directe crisis voorbij is, wordt niet nagedacht over structurele oplossingen. Daarom mag de overheid verantwoordelijk worden gehouden voor de schade van de maatregelen.”

Het opschalen van bedden kost geld maar levert volgens Van den Broek-Altenburg ook geld op omdat het effect van de investeringen goed te voorspellen is: “Daar hebben we in het ziekenhuis van Vermont een simulatiemodel voor ontwikkeld, waarmee we exact kunnen voorspellen waar bedden het meeste rendement opleveren en het best kunnen worden ingezet. Die bedden kunnen dus ook uitgewisseld worden tussen ziekenhuizen en locaties, dat doen we in Nederland veel te weinig. We gebruiken hier ook nauwelijks logistieke simulaties. Overigens moet bij meer bedden, ook het personeel worden opgeschaald. Dat is eveneens een kwestie van investeren. Als je zorgpersoneel beter betaalt, zijn meer mensen geïnteresseerd in omscholing. Dat kun je snel uitrollen. Het is een realistisch scenario.”

Zet personeel slimmer in en
werk met thematische ziekenhuizen voor infectieziektes

Daar komt bij dat personeel slimmer kan worden ingezet. Standaard coronazorg is helemaal niet zo ingewikkeld als vaak wordt gesuggereerd. Wees zuinig op het beschikbare personeel, betoogt Evelien Peeters. Nu staan er vaak vier hoogopgeleide ic-verpleegkundigen aan het bed. Dat hoeft niet. Iedereen kan wassen, iedereen kan tillen, iedereen kan eten brengen. Daar hoeven geen hoogopgeleide ic-medewerkers aan te worden opgeofferd. Ook kan volgens Peeters meer worden gewerkt met thematische ziekenhuizen voor infectieziektes. “Dan hoef je gewone ziekenhuizen niet te belasten met het vrijhouden van bedden terwijl patiënten niet komen.” Het is al met al een waslijst aan mogelijkheden en ons kabinet kan vandaag nog beginnen om het zorgstelsel flexibeler te maken en op te schalen. Laten we erop aandringen dat dit gebeurt. Laaghangend fruit laten hangen? Dat kan de bv Nederland zich niet permitteren. En dat willen politici toch ook niet op hun geweten hebben?

Spread the love

Steun ons, word vriend!
Vindt u de artikelen van Artsen Collectief waardevol? Word dan vriend. Gratis! Als vriend krijgt u onze maandelijkse nieuwsbrief, kunt u suggesties doen aan ons redactieteam en blijft u op de hoogte van alle ontwikkelingen!
Samen staan we sterker. Van angst terug naar vertrouwen!

Disclaimer: Het Artsen Collectief is niet verantwoordelijk voor de inhoud op de genoemde pagina’s van externen waar naar verwezen wordt. Het delen van een pagina betekent niet dat het Artsen Collectief alle opvattingen deelt. Het Artsen Collectief ondersteunt het inwinnen en delen van (medische) informatie zonder censuur om een open gesprek / wetenschappelijke discussie te stimuleren.