Recentelijk haalde de naam van oud huisarts Michael Smulders de krantenkoppen, nadat hij succesvol had betoogd dat reclames voor het HPV-vaccin, waarin werd gesteld dat ‘één vaccin beschermt tegen 6 soorten kanker’, misleidend waren. Deze ontwikkeling heeft veel aandacht getrokken vanwege de bredere implicaties ervan voor gezondheidsgerelateerde reclame. Wij zijn zeer geïnteresseerd in zijn standpunten en visie op deze zaak, daarom hebben we hem geïnterviewd om meer inzicht te krijgen.
U staat in de nieuwsberichten genoemd als “oud-huisarts en publicist”. Mag ik u eerst vragen waarom bent u huisarts geworden, en waarom, wellicht later, ook publicist?
In mijn opleiding was er naast de coschappen ook een ‘meeloopweek’ bij een huisarts. Tijdens die week werd het mij onmiddellijk duidelijk, dat hoe (inhoudelijk) leuk ik sommige specialismen ook vond, de sfeer van de huisartsenpraktijk veel meer bij mij paste dan de afstandelijke wittejassensfeer van het ziekenhuis.
Als huisarts doe je veel ervaring en kennis op, en toen de coronacrisis veel zaken in de maatschappij blootlegde ontstond voor mij daarmee de ultieme voedingsbodem om een analyse te maken van de gezondheidszorg waarin ik tevens een verbinding kon maken met de brede visie op geneeskunst die ik als integraal werkend arts ontwikkeld had.
Welke regels waren in uw optiek geschonden bij de reclame voor het HPV-vaccin?
Dat is een vraag met een juridische kant. Voor ik daar iets over zeg: waar het mij meteen om ging was dat ik in de uitspraak een oprekking van het begrip vaccineren zag. In de artsenopleiding wordt onderwezen dat vaccineren ingezet wordt tegen een besmettelijke ziekte. Als we meegaan met de formulering dat vaccineren ’tegen kanker helpt’ is het hek van de dam. Want op deze manier lijkt een vaccinatie voor van alles te kunnen gaan helpen. Dat is een onwetenschappelijke verruiming van het begrip vaccinatie, die naar het publiek toe alleen maar verwarring gaat brengen.
Als het gaat om de juridische kant, moet je kijken langs welke wet je deze uitspraak moet leggen. Het bijzondere van reclame is dat er een naar de burger toe als het ware een toegankelijke juridische ingang geschapen is. Je hoeft geen advocaat in de arm te nemen, geen geld te spenderen aan een rechtszaak, niet uit te zoeken of het gaat om een bestuurlijke, civielrechtelijke of strafrechtelijke wetgeving. Je formuleert je klacht en de commissie kijkt mee hoe we de klacht gaan benaderen.
Het moge duidelijk zijn dat niemand blij wordt van lokkers met onware informatie waardoor we bedot worden. De consument niet, maar het bedrijfsleven ook niet. Daarom is er de NRC, de Nationale Reclame Code, die in zeer algemene zin formuleert wat onder “goede reclame” wordt verstaan. Voor verschillende producten en diensten is er een soort subset van regels geformuleerd. Voor medicijnen is dat de CPG, de Code Publieks Reclame, met bepalingen die praktisch hetzelfde zijn als de bepalingen in de geneesmiddelenwet. Die wet is gemaakt om ons te beschermen, met speciale bepalingen over recepten voor geneesmiddelen, voor “over the counter-geneesmiddelen”, betreffende vaccinaties, maar ook bijvoorbeeld regels voor reclame gericht op specifieke groepen zoals kinderen.
In mijn ogen gaf de betreffende reclame een misleidende voorstelling van zaken, feitelijk was het medische onzin. De formulering is ook verwarrend: “iets tegen kanker” is bijvoorbeeld chemotherapie of bestraling, en in die zin is deze vaccinatie niet “tegen kanker”. Daarnaast werd er niet voldaan aan de verplichting dat de reclame “het uitdrukkelijke verzoek bevat om de bijsluiter dan wel de tekst op de buitenverpakking te lezen”.
Publieksreclame is verboden indien deze vermeldt dan wel door zijn formuleringen of afbeeldingen de indruk wekt dat: ”het gebruik van het geneesmiddel een geneeskundig onderzoek of een chirurgische ingreep overbodig maakt”. Voor mijn gevoel werden zo de uitstrijkjes en de zorg voor jezelf wel erg klein gemaakt.
Publieksreclame is ook verboden indien de indruk wordt gewekt dat: “de normale goede gezondheid van een persoon door het gebruik van het geneesmiddel kan worden verbeterd”. De voorlichtingscampagne straalt mijns inziens uit dat de normale gezondheid, namelijk het klaren van het HPV-virus waarmee maar liefst 80% van de mensen mee besmet wordt, en waarvan 99% van de mensen vanzelf geneest, volgens de campagne “verbeterd moet worden” met een vaccin.
Voorts zijn de locaties waar deze leus te zien is bewust zo gekozen dat met name de jeugd er niet aan voorbij zou kunnen gaan. De campagne mag dan wel gericht zijn op 18-26 jarigen, maar de jeugdigen uit de leeftijdsgroep daaronder die juist op deze leeftijd de oproep thuis voor HPV-vaccinatie krijgen, zullen zich niet kunnen onttrekken aan deze wervende reclametekst. En je richten op kinderen mag dus niet, volgens de geneesmiddelen wet.
HPV vaccinatie zit in het Rijksvaccinatieprogramma. Maakt dat een verschil voor wat betreft reclame-uitingen?
Nog even herhalen: veel mensen hebben het (terechte) gevoel dat er geen reclame mag worden gemaakt voor geneesmiddelen. Dat geldt inderdaad voor ‘medicijnen op recept’ maar een vaccin is vrijgesteld van deze regel. Het is zeer lucratief voor de farmaceutische industrie om door te gaan met lobbyen tot een vaccin in het RVP (Rijksvaccinatieprogramma) komt. Voor een vaccin dat de huisarts voorschrijft en bij de apotheek wordt gehaald, gelden de reclameregels wel, maar voor een vaccin eenmaal in het RVP niet. Wie kritisch kijkt ziet overigens dat VWS/RIVM de voorlichting bij bepaalde vaccinaties schaamteloos overneemt of dat laat doen door de farmaceutische industrie.
Uiteindelijk heeft het College van Beroep bepaald dat de wetenschappelijke onderbouwing voor een deel van de reclame-uitingen onvoldoende was, het ging over de bescherming tegen mond- en keelholtekanker en peniskanker. Zou u een campagne waarbij deze twee aandoeningen werden verwijderd wel acceptabel vinden? “Één vaccin beschermt tegen vier soorten kanker”?
Zullen we eerst even benoemen om welke kankers het nu eigenlijk gaat? Ik denk dat de meeste lezers de relatie met baarmoederhalskanker wel kennen. De andere kankers zijn vagina- en vulvakanker, anuskanker, mond/keelkanker en peniskanker.
Wat als uw zoontje aan u vraagt: welke zes kankers kan ik dan krijgen? Dan is het eerste antwoord: ”nou voor jongens vallen er drie af want die drie kunnen alleen meisjes krijgen.
Dus voor jongens zou dan gelden: “haal hier één vaccin tegen drie soorten kanker”. Echter, zoals ook het College in hoger beroep aangeeft, voor mond/ keelkanker en peniskanker is onvoldoende bewijs (wat de grondslag voor de uitspraak was: misleidende reclame). Dus voor jongens zou het dan worden: haal hier één vaccin tegen één soort kanker.
Heb ik hiermee de vraag beantwoord of ik ook genoegen zou nemen met een verandering in de reclame in de richting van één vaccin tegen vier soorten kanker? Voor meisjes dan weer misschien wel?
Ik denk dat het duidelijk is: hoe langer ik erover nadacht hoe meer wrevel ik begon te voelen tegen het lanceren van kreten in de openbare ruimte terwijl het zou moeten gaan om het bereiken van informed consent in de spreekkamer van de huisarts.
Het werd mij, ook door het verweer van VWS/RIVM en door de gesprekken voor de commissie, steeds duidelijker dat de campagne bedoeld was om jongens over de streep te trekken: de beoogde bestrijding van baarmoederhalskanker zou beter verlopen als de hele jeugd gevaccineerd zou worden. Onder het mom van individuele, persoonlijke bescherming wordt er gewerkt aan het ophogen van de vaccinatiegraad van de groep. “Je doet het voor een ander”, een kreet die opgang deed in de coronacrisis.
De vaccinatiebereidheid onder de Nederlandse bevolking is de afgelopen tijd teruggelopen. Wat vindt u hiervan?
Ik ben heel klassiek opgeleid met vaccinatie als onderdeel van het hele pakket dat wij in de gezondheidszorg te bieden hebben. Ik zou het ook bizar vinden als ik vanwege mijn actie tegen deze leus als antivaxxer zou worden weggezet. Maar ik zie wel een parallel tussen de verminderde vaccinatiebereidheid en mijn veranderende visie op vaccinaties.
Ten eerste moet je vaccineren niet generaliseren. Per individu, per ziekte, per vaccinatie kun je verschillende afwegingen maken. Helaas gaat dat nauwelijks meer vanwege de multivaccins in het RVP.
Ten tweede: is er reden tot paniek als de vaccinatiegraad daalt? Dat hangt samen met de visie die je hebt op vaccineren. Vanouds was vaccineren “individuele bescherming” met als prettige ‘bijwerking’ groepsbescherming: hoe hoger de vaccinatiegraad, hoe lager de kans op een epidemie, en dus ook een indirecte bescherming van de mensen die (nog) niet gevaccineerd zijn of gevaccineerd kunnen worden.
Maar er heeft een paradigmashift plaatsgevonden. Groepsbescherming staat nu voorop en het individu telt niet meer. Daardoor zie je bij beslissers ook een afname van belangstelling voor en afwaardering van de ernst van bijwerkingen. Het individu wordt “opgeofferd” aan de groep. Ik zie de afgenomen vaccinatiebereidheid dan ook als een tegenbeweging tegen deze paradigmashift. En ook als uiting van een bottom up-beweging in de gezondheidszorg, tégen een opgelegde centralistische overheidsgezondheidszorg.
De overheid en de WHO zijn van mening dat de beste manier om vaccinatietwijfel te bestrijden, het bestrijden van misinformatie en desinformatie over vaccins op het internet is. Vindt u dit ook een goede weg?
De grootste vijand van vaccineren is de matige voorlichting over vaccineren, het gebrek van bijsluiters op vaccinatielocaties, het slechte registreren van bijwerkingen of zelfs het systematisch ontkennen ervan. Dat, samen met de versnelde toelating van vaccins op basis van het mRNA-platform veroorzaakt vaccinatietwijfel.
Bestrijden van desinformatie? Altijd doen, alleen, wie vertelt mij wat desinformatie is? En dat komt aan het licht als je desinformatie met feiten gaat bestrijden. Dan blijken de gegevens van onderzoek over het nut én de bijwerkingen van vaccinaties allemaal niet zo hard te zijn, en desinformatie net zo goed aan de kant van de overheid te zitten.
Naast uw werk op het HPV-dossier schreef u ook het boek “Bodemloos. Zorg voor de zorg”. Op de kaft staat dat u in dit boek de problemen van de gezondheidszorg beschrijft aan de hand van de coronacrisis. “Door de ogen van een arts maar ook door de ogen van een kritische burger.” Is dit een boek dat ook gericht is op artsen die in het reguliere gezondheidssysteem werken, zoals veel van de vrienden van het Artsen Collectief?
Het is feitelijk gericht op iedereen die voelt dat er iets moet veranderen, dat enerzijds de onderbouwing van de coronamaatregelen een flinterdunne bodem had, en anderzijds de gezondheidszorg een bodemloze put geworden is. Ik denk dat ook de vrienden van het Artsen Collectief een betere ‘pandemische paraatheid’ willen, maar niet in de vorm van het doordrukken van niet geëvalueerde maatregelen via de Wet publieke gezondheid.
Wat kunnen artsen en gezondheidswerkers concreet uit uw boek halen? En hoe kan het hen helpen bij hun dagelijkse werk?
Ik geef op zowel op macroniveau (de gezondheidszorg als systeem), het tussenniveau (bestuur, politiek en pers) als op microniveau (de individuele mens) aan waar de knelpunten zitten en waar oplossingen liggen. Ik herdefinieer het begrip preventie om zo te laten zien wat de interactie is tussen maatregelen, en leg het piramidemodel uit.
In de basis van de piramide schets ik een integrale samenwerking tussen RIVM, universitaire en complementaire geneeskunde, met een faciliterende rol van VWS en de zorgverzekeraars.
Eigenlijk dezelfde vraag voor “kritische burgers”, waarvan wij ook duizenden als vriend mogen hebben (45.000!). Wat kunnen zij uit uw boek halen voor hun dagelijkse leven?
Het boek is heel breed van opzet. Naast achtergrondinformatie over corona vind je beschouwingen over ethiek, adreslijsten, informatie over voeding en suppletie voor mensen dit (te) makkelijk onderuitgaan bij (virus)infectie.
Of het nu over vaccinatie tegen HPV gaat, over de sterftekans bij mazelen, de druk op de ic bij corona of de kans om vroegtijdig te bezwijken aan de huidige chronische kwalen die de infectieziekten verdrongen hebben als belangrijkste doodsoorzaak: ik koos de ondertitel ‘Zorg voor de zorg’ om aan te geven dat we er alleen uit komen als ieder voor zichzelf werkt aan zijn gezondheid. Voor kwalen die manifest geworden zijn is diagnostiek en behandeling in het ziekenhuis hopelijk zinnig (‘curatieve’ of te wel ‘zieken-zorg’), maar niet zonder preventie via een opbouw van ‘gezonden-zorg’.
Dat is een weg die ieder voor zichzelf moet gaan, en dat betekent naast de basis van lifestyle, het zoeken naar een voor jou passende lichamelijke, geestelijke en spirituele ondersteuning.
Waar kunnen zij uw boek bestellen?
Gaan wij nog meer van u horen?
Zeker! In mijn afscheidsbrief naar mijn patiënten schreef ik: ik ben dan misschien wel klaar met de patiëntenzorg maar niet met de gezondheidszorg.
Veel dank!!