Wat is het R-getal?
De overheid laat zich vooral leiden door prognoses van het RIVM gebaseerd op het R-getal. Het R-getal vertelt ons hoe snel de besmettingen zich verspreiden, althans dat is de theorie. Als 100 besmette personen gemiddeld 110 anderen aansteken, dan is het R-getal 1,1. Als 100 mensen gemiddeld 70 anderen aansteken, dan is het R-getal 0,7. De wiskunde vertelt ons nu dat een epidemie uitsterft als het R-getal kleiner is dan 1, en groeit wanneer het R-getal groter is dan 1. Dus moet alles erop gericht zijn om dat R-getal onder de 1 te krijgen, en dat is precies het doel van alle maatregelen.
Theorie versus praktijk
Het probleem is dat in de praktijk niet duidelijk is hoe groot het R-getal is. Je moet namelijk schatten hoeveel mensen besmet zijn maar de meeste besmette personen weten dit niet van zichzelf. Dat is omdat ruim 80% van de mensen die besmet zijn (wat betekent dat ze het SarsCoV-2 virus bij zich dragen) dit niet weten omdat ze er niet ziek van worden1. De kans dat deze mensen andere mensen besmetten is zeer klein; deze mensen laten zich waarschijnlijk niet testen. Uit een grote studie die verricht werd in Wuhan tussen 23-01-2020 en 08-04-2020 bleek dat er onder de bijna 10 miljoen geteste inwoners 300 asymptomatisch mensen werden gevonden; er werden geen positieve mensen gevonden in de 1174 mensen die tot “nauw contact” werden gerekend van deze 300 asymptomatische mensen2.
Zo krijgen we een lastig statistisch probleem. Een schatting gaat (in dit geval) met heel veel onzekerheid gepaard, want hoe minder je echt kunt meten, hoe groter de marges, en hoe onnauwkeuriger de schatting.
Waar is de schatting van de R-factor op gebaseerd?
Voor de schattingen van het R-getal heeft het RIVM weinig informatie. Ook gebruikt het RIVM niet-transparante modellen. Daarom is het moeilijk na te gaan hoe het RIVM aan zijn getallen komt. Als het RIVM een schatting van 1,30 rapporteert dan is dus niet goed na te gaan hoe dat getal tot stand is gekomen.
We hebben dit bijvoorbeeld zien gebeuren bij de rapportages over het R-getal van de Britse variant. Vanaf 8 januari 2012 waren de schattingen van het RIVM hierover als volgt, elke keer met een week ertussen: 1,30 – 1,27 – 1,13 – 1,15 – 1,14, en tenslotte ongeveer 1,10.
We kunnen het RIVM niet kwalijk nemen dat de schattingen onbetrouwbaar zijn. Er is gewoon niet voldoende informatie. Wat we het RIVM wel kwalijk kunnen nemen is dat ze de schattingen publiceren als waarheden. De onzekerheidsmarges (de gekleurde vakken) in het plaatje hierboven zijn veel te klein, gezien de onzekerheid over de data. Waarop zijn deze marges gebaseerd? Ook stelt het RIVM schattingen te pas en te onpas bij, zonder enige uitleg over de historie. Op 2 februari zei Rutte3: “Op dit moment is al twee derde van alle nieuwe besmettingen in ons land van de Britse soort.” en dat deze variant 50% besmettelijker is. Later werd dat 50% en op 3 maart4 opnieuw lager: “In de laatste meting was ongeveer 35% daarmee besmet”. Dit betekent ook dat de berekende R-waarde van de weken daarvoor, welke gebaseerd werd op de geschatte aanwezigheid van de Britse variant, onjuist waren. Helaas is wel op basis van dat getal de avondklok ingesteld en verlengd en werden scholen en bedrijven daarvoor gesloten. Het is begrijpelijk dat er onzekerheid is. Echter doen de maatregelen ook veel schade aan de maatschappij en volksgezondheid. De inschatting van de schade die de maatregelen veroorzaken moeten worden meegewogen in de beslissing of een maatregel wel of niet wordt ingesteld en/of verlengd. Het eenzijdig kijken naar (tot nu toe meestal) foutieve voorspellingen is een gevaar voor de volksgezondheid.
Begrip van het R-getal
Op 14 oktober 2020 hield Ernst Kuipers een voordracht bij de vaste Kamercommissie. Op bladzijde 5 stond de figuur hieronder. Deze voorspellingen kunnen niet kloppen, want bij R = 1 zou de epidemie moeten stabiliseren, en bij R = 0,9 naar beneden gaan. Dit gebeurt in de figuur allebei niet. Het zijn echter precies deze presentaties die bij het maken van het beleid cruciaal zijn geweest, en nog steeds zijn. Om de grote onzekerheid van de marges te illustreren vermelden we erbij dat het werkelijke aantal opgenomen patiënten aan het eind van november 2020 gelijk was aan 1205. De voorspellende waarde van het geschatte R-getal is nihil.
Verleden en toekomst
De berekeningen van het RIVM zijn gebaseerd op het verleden. Echter, om het verleden te duiden is het R-getal niet bruikbaar. Als de besmettingen toenemen is het R-getal groter dan 1, en als ze afnemen is het kleiner dan 1. Dat is waar maar voegt geen enkele informatie toe. Het gaat erom de toekomst te voorspellen. De berekeningen van het RIVM lijken echter geen enkele voorspellende waarde hebben. Er is te weinig informatie, er zijn te veel lokale verschillen, en er is geen enkele controle over toevallige gebeurtenissen die een lokale besmettingsgolf kunnen veroorzaken.
Nut van het R-getal bij het corona beleid
Het R-getal – ontworpen voor ideale en overzichtelijke omstandigheden – kan simpelweg niet met enige nauwkeurigheid worden vastgesteld. Het kan überhaupt niet als prognose worden ingezet. Daarvoor ontbreken te veel gegevens. Nog minder waarde of betrouwbaarheid hebben de voorspellingen van het R-getal zelf die het RIVM maakt. Het RIVM zou de wetenschap een dienst bewijzen als ze haar modellen openbaar zou maken en de data die in deze modellen vloeien gaan delen.
—
1 www.lci.rivm.nl/richtlijnen/covid-19 (onder kopje maatregelen – meldingsplicht)
3 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/mediateksten/2021/02/02/letterlijke-tekst-persconferentie-minister-president-rutte-en-minister-de-jonge-2-februari-2021
4 NRC 3 maart pagina 5 over het RIVM.