Uit het succesvolle initiatief zelfzorgcovid19.nl is een nieuw beroep voortgekomen: de telearts. De telearts geeft via beeldbellen advies en zorg binnen 24 uur na aanvraag. Het idee is nu om de zorg van de telearts verder te laten reiken dan alleen coronazorg. Denk aan bijvoorbeeld specialistische zorg bij de ziekte van Lyme. De teleartsen bestaan amper een jaar, maar zij hebben inmiddels al een eigen beroepsvereniging, het Nederlands Teleartsen Genootschap (NTG). Dat is volgens voorzitter Niek Rogger onder meer nodig om zelf protocollen te kunnen opstellen.
De afgelopen twee jaar was er opvallend weinig aandacht voor de vroege behandeling van Covid-19. Zoals bekend was er wel veel aandacht voor het proberen te voorkomen van een corona-infectie met vaccins, maar de vroegbehandeling van mensen met een corona-infectie die geen ziekenhuisopname nodig hadden, was zo goed als afwezig. De Inspectie ging de vroegbehandeling van coronapatiënten zelfs actief tegen, met als reden dat het buiten de protocollen viel van de huisartsen.
Een kleine groep artsen en apothekers, met ondersteuning van ICT-specialisten, liet het er niet bij zitten. Zij sloten zich aan bij het initiatief zelfzorgcovid19.nl, om toch aan deze zorgvraag te kunnen voldoen. Alleen bij directe vraag vanuit de patiënt en na een informed consent werd zorg geleverd. De formule bleek een succes: mensen vullen een online aanvraag in en hebben meestal nog dezelfde dag een arts aan de lijn. Als medicatie nodig en ook mogelijk is, wordt deze geleverd via de aangesloten apotheken. Na twee weken heeft elke patiënt een gesprek met de apotheker om de behandeling op te volgen. Inmiddels zijn op deze manier meer dan drieduizend coronapatiënten behandeld, waarbij in bijna alle gevallen van vroegbehandeling een ziekenhuisopname voorkomen kon worden.
Om deze manier van werken mogelijk te maken, werd een breed samenwerkingsverband met apothekers en andere specialisten opgezet, ondersteund door techniek. Het lag voor de hand om deze opzet ook naar andere vormen van zorg uit te breiden. Het bijzondere is dat voor deze zorg een nieuw beroep in het leven is geroepen – de telearts – verenigd in een eigen beroepsorganisatie, het Nederlands Teleartsen Genootschap.
Artsen Collectief: Is dit nu het begin van een parallelle medische sector?
Niek Rogger, arts en voorzitter van het Nederlands Teleartsen Genootschap: “Ja en nee. We wilden onze manier van werken verder ontwikkelen via een instituut. Dat biedt een aantal voordelen, zo kunnen wij nu onze eigen protocollen maken. Maar het is niet onze bedoeling om de strijd aan te gaan met huisartsen of andere specialismen; wij willen juist aanvullen daar waar nu nog geen zorg wordt geleverd of waar de zorgcapaciteit tekortschiet. En wij vallen net als iedere andere arts in Nederland onder het toezicht van de Inspectie van Volksgezondheid en Jeugd (IGJ) en het tuchtrecht.”
Artsen Collectief: Wat onderscheidt de telearts van andere artsen?
Niek Rogger: “Onze manier van werken is anders. Voor onze zorg is geen verwijzing nodig. Mensen maken zelf een afspraak via de website en worden meestal binnen enkele uren, maar vrijwel altijd nog dezelfde dag gebeld door één van onze artsen, wat ook in de avonduren kan. Het zijn consulten door middel van beeldbellen. Second opinions vinden normaal gesproken niet plaats in de eerste lijn (huisartsen), maar dat bieden wij juist wel aan. Er zullen dus mensen contact met ons opnemen die willen dat een andere dan hun eigen huisarts naar het probleem kijkt. Daarnaast kunnen wij kennis makkelijk samenbrengen, omdat wij patiënten uit heel het land kunnen spreken. Een gemiddelde huisarts zal af en toe een patiënt met Lyme zien, maar wij hebben een arts die gespecialiseerd is in deze ziekte, en honderden van deze patiënten heeft behandeld.”
Artsen Collectief: Wat voor artsen sluiten zich bij jullie aan?
Niek Rogger: “Allerlei verschillende artsen vinden ons. Er zijn collega’s die altijd al droomden van een eigen praktijk, maar niet de technische infrastructuur of het ondersteunend netwerk tot hun beschikking hadden. De zorg moet natuurlijk wel mogelijk zijn op afstand. Als er lichamelijk onderzoek nodig is wordt het lastiger. Dat lossen we nu op door zelfmetingen van de patiënt of door samenwerking met de eigen huisarts van de patiënt. In de toekomst willen we regionale centra opzetten, waarbij de start van een behandeling online gemaakt kan worden, maar het lichamelijk onderzoek live plaatsvindt.”
Artsen Collectief: Zijn alleen artsen welkom?
Niek Rogger: “Wij werken met artsen als reguliere leden en daarnaast heeft het Nederlands Teleartsen Genootschap ook buitengewone leden, onder meer apothekers, ICT’ers en laboranten. Zij bouwen samen met de artsen aan hun eigen ‘telezorg-community’. Ook onze intervisies zijn gezamenlijk.
Artsen Collectief: Wordt de zorg vergoed?
Niek Rogger: ”De zorg wordt nu nog niet vergoed, maar daar wordt aan gewerkt. Wie op dit moment een beroep op ons doet wordt het zogenaamde passantentarief gerekend, hetzelfde bedrag dat een huisarts zou rekenen als hij een patiënt ziet van buiten de eigen praktijk. Dat bedrag ligt rond de dertig euro voor een consult van tien minuten.
Artsen Collectief: Als een laatste vraag: hoe zorgen jullie ervoor dat de aangesloten artsen de protocollen blijven volgen? Hoe borgen jullie de kwaliteit?
Niek Rogger: “Protocollen zijn in onze optiek een leidraad, een spectrum van ideeën waarmee je richting kan geven aan het behandelbeleid. Deze richtlijnen komen voort uit de verzamelde kennis van veel collega’s uit binnen- en buitenland. Het is een levend proces, nieuwe inzichten leiden tot nieuwe aanpassingen.
De gezamenlijke richting hou je vast door iedereen te betrekken. Binnen onze telezorg-community’s spreken we elkaar regelmatig om kennis uit te wisselen, zodat nieuwe inzichten niet verloren gaan. Uit de Covid-19-behandelingen is daarnaast gebleken hoe waardevol het is als patiënten worden opgevolgd. Twee weken na de start van de medicatie worden alle patiënten door de apotheker gebeld om het herstel te evalueren. Zijn er bijwerkingen opgetreden? Wat had anders gekund? Zo ontstaat een terugkoppeling van patiënt naar apotheker naar arts. En dat bij elke behandelde patiënt. Dit is vrij uniek in de geneeskunde, daarmee kun je echt het verschil maken.