– Algemeen
Het doel van de bestrijding van Covid-19 (corona) is het beschermen van de kwetsbaren en het kunnen bieden van zorg aan iedereen, ook wij ondersteunen dit doel;
De PCR-testen (dit zijn de “coronatesten” uit de teststraten) zijn ingezet als middel om in een vroeg stadium te kunnen signaleren of het hierboven genoemde doel in gevaar kan komen;
De PCR-testen (coronatesten) hebben echter al sinds juni geen voorspellende waarde meer in het bereiken van het uiteindelijke doel, namelijk het beschermen van de kwetsbaren en het doel om zorg te kunnen blijven bieden aan iedereen, aangezien de test niet toegepast kan worden bij mensen die nauwelijks of geen klachten hebben. Alleen in ziekenhuizen, waar de patiënt uitvoerig wordt onderzocht en behandeld door artsen, heeft deze test, mits opgenomen in een uitgebreid panel van andere diagnostische testen, toegevoegde waarde.
Zie ook:
– Hoe werkt een PCR-test?
De coronatesten die gebruikt worden in de teststraten zijn zogeheten PCR-testen (PCR: Polymerase Chain Reaction). In de teststraten wordt met behulp van een wattenstaaf genetisch materiaal afgenomen van de geteste persoon. Dit materiaal wordt naar een lab gestuurd, om te kijken of er stukjes genetisch materiaal (RNA) van het coronavirus aangetroffen worden.
– Wat toont een PCR-test aan?
Als er stukjes RNA van het coronavirus (kleine brokstukken van het SARS-CoV-2-virus) worden aangetroffen, dan geeft de PCR-test een positieve testuitslag. Wat belangrijk is om je te realiseren, is dat de geteste persoon dus positief is getest op brokstukken van het coronavirus. Het feit dat er brokstukken worden aangetoond, wil niet zeggen dat het virus nog intact is, in staat is te vermenigvuldigen, nog in staat is de persoon te infecteren, wat uiteindelijk kan leiden tot een klinisch beeld (loopneus, niezen, hoesten, koorts, longontsteking) en dat iemand ook besmettelijk is voor een ander. Dit kunnen evengoed brokstukken zijn van weken geleden.1, 2
zie ook:Technische briefing, Dhr. Jaap van Dissel, RIVM, 22 september 2020 [VIDEO: Jaap van Dissel, RIVM; 0:26s]
Nog meer informatie: Hoe wordt er getest?
Door verschillende partijen zijn op basis van de in januari bekend gemaakte gen-sequentie van het SARS-CoV-2-virus met grote snelheid testen op de markt gebracht. 3,4 De meest gebruikte test is de moleculaire RT-qPCR-test, die nagaat of een gedeelte van het RNA van de E- en RdRp-genen van manteleiwitten van het coronavirus in een lichaam aanwezig zijn. 3,4
De moleculaire RT-qPCR-test werd aan het begin van de pandemie in zéér korte tijd ontworpen door wetenschappers uit de publieke en academische sector en is niet gebaseerd op de gouden standaard van zuiver gekweekt Covid-19-virus. 5 Het proces van evaluatiestudies voor kwalificaties voor in vitro-diagnostiek, wat normaliter maanden in beslag neemt, werd door een efficiënte samenwerking in één week afgerond. De test meet mogelijk ook restanten van voorgaande corona-infecties. Er wordt daarom geadviseerd het klinisch beeld als Gouden Standaard te gebruiken. Dat kon in het verleden bij ziekten als Polio en Pokken, maar het klinisch beeld van Covid1-9 is niet zo specifiek als Polio en Pokken, aan Covid-19 worden immers veel generieke griepklachten toegeschreven.
Aan het begin van de pandemie werd de test uitsluitend gebruikt door artsen om te bepalen welke infectie de oorzaak was bij mensen met luchtweg- of griepklachten. Dit is noodzakelijk omdat deze klachten door verschillende virussen of bacteriën kunnen worden veroorzaakt. Naast de RT-qPCR-test werd daarom in veel gevallen ook andere diagnostiek ingezet. Voor routinematige analyse wordt de E-gen-analyse geadviseerd, gevolgd door de RdRp-gen-analyse die met twee probes en ‘dual colouring’ het SARS-CoV-2-RNA kan onderscheiden van het SARS-CoV-RNA.
Vanaf juni 2020 werd het gebruik van de RT-qPCR-test uitgebreid naar mensen van alle leeftijden met minder ernstige symptomen (hoest, keelpijn, hoofdpijn, koorts, benauwdheid) of zelfs zonder symptomen (bv. contactpersonen, reizigers, mensen die een operatie ondergaan, binnen specifieke werkvelden en zorg- en onderwijspersoneel dat zich preventief wil laten testen). Bij mensen met luchtweg- of griepklachten wordt door de GGD’s niet getest op andere veel voorkomende (in de zomer meer prevalente) virussen. Deze praktijk is om verschillende redenen discutabel.
Zowel Centers for Disease Control and Prevention (CDC), U.S. Food and Drug Administration (FDA) en de bijsluiter van de test zelf (Roche Tib-Molbiol) schrijven dat het aantonen van viraal RNA van SARS-CoV-2 met de RT-qPCR-test niet betekent dat het virus ook de oorzaak is van de klinische symptomen. 6,7,8 Anders gezegd: de test kan geenszins uitsluiten dat andere virussen of bacteriën (mede) de oorzaak kunnen zijn van de ziektesymptomen.
Zo werd in de laatste drie maanden, ondanks een stijging van 2% naar ruim 11% van het aantal positieve testen van SARS-CoV-2 die gemeten worden in de landelijke teststraten (gegevens december 2020), hoofdzakelijk het rhinovirus aangetoond in de monsters die huisartsen hebben afgenomen van personen met acute luchtweginfecties en die geanalyseerd zijn in de referentielaboratoria. 9 Helaas zijn dit geen representatieve gegevens, aangezien deze NIVEL-peilstations vrijwel geen patiënten meer zien. Huisartsen worden ‘gebypassed’, mensen melden zich direct bij een teststraat, bij enige klachten.
Daarnaast is het zo dat de RT-qPCR-test RNA detecteert dat afkomstig is van een virusdeeltje, maar dit kan van een oude, reeds genezen infectie afkomstig zijn en niet altijd van een intact ‘virulent’ virus dat besmettelijk is en een nieuwe infectie kan veroorzaken. Het transmissie-risico, en de reproductiewaarde (R-waarde) kunnen daarom moeilijk bepaald worden aan de hand van een RT-qPCR-test. Hoe vaak we te maken hebben met ‘restanten’ is niet in de literatuur beschreven. Dit zouden we kunnen afleiden aan het percentage patiënten met een positieve PCR en positieve viruskweek. Een review laat zien dat hier geen eensluidende conclusie is te trekken.11 Het lijkt mogelijk afhankelijk van de Ct-waarde (hoe lager hoe meer kans op positieve viruskweek, dus correlatie met intact virus. 10,11
Positieve testuitslagen
De personen met een positieve testuitslag, bestaan enerzijds uit personen die een terechte positieve uitslag hebben gekregen, waarbij dus brokstukken van het coronavirus zijn gevonden, en anderzijds uit personen die onterecht aangemerkt worden als positief, terwijl ze helemaal geen brokstukken in hun lichaam hebben (fout positief). Dit laatste komt omdat de test-betrouwbaarheid (specificiteit) niet 100% is. Het RIVM stelt dat de betrouwbaarheid (specificiteit) van de PCR-testen erg hoog is (zeker 99%, misschien zelfs 99,5%).12
Dat betekent een foutmarge van 0,5% – 1%. Deze foutmarge kan kloppen als deze vastgesteld is in een laboratorium omgeving (analytische specificiteit). Echter de praktijk is weerbarstig: extra fouten ontstaan door menselijke fouten bij het afnemen van de test (sampling), het transport van de monsters, analyse van de monsters, het opschalen van de testcapaciteit en administratieve fouten. De daadwerkelijke foutmarge moet om voornoemde redenen dan ook een stuk hoger liggen, eerder in de buurt van 2,5%.13
In officiële termen dient deze totale foutmarge vastgesteld te worden in een ‘Real Life Practice-Based Validation’.14
Dit rapport (validatie) is óf niet gedaan, óf wordt niet geopenbaard. In maart en april werden er gemiddeld 20-30.000 mensen per week getest, sinds juni liep dit op tot meer dan 300.000 geteste personen per week (42.000 per dag op 19 oktober, totaal 2,8 miljoen vanaf 1 juni-18 oktober, volgens GGD-,GHOR).15
Dus we hebben te maken met testuitslagen waarbij: (1) 1.050 personen per dag (nml 2,5%) een onterechte positieve uitslag krijgt, en; (2) het resterende deel van de personen een terechte positieve PCR-uitslag krijgt, waarvan een deel zeer waarschijnlijk geen actieve besmetting (meer) heeft (slechts brokstukken van een besmetting in de voorgaande -zes- weken).
Nog wat meer informatie: Testresultaten zijn vaak onbetrouwbaar
Wat vaak vergeten wordt, is dat naast de aanwezigheid van het virus dat Covid-19 veroorzaakt in de geteste persoon ook verschillende andere factoren een (grote) invloed hebben op de uitkomst van de test. Een positief resultaat van de RT-qPCR-test wordt bepaald aan de hand van het aantal cycli dat nodig is om een meetbaar signaal te krijgen.
Dat staat bekend als het probleem van de ‘amplification cycles’. De PCR-test vergroot de hoeveelheid genetisch testmateriaal exponentieel in ‘amplification cycles’. Volgens PCR-uitvinder en Nobelprijswinnaar Kary Mullis bevat het monster minder relevante informatie naarmate meer cycli nodig zijn voordat de test ‘positief’ wordt. De testuitslag dient daarom ook altijd het aantal cycli te vermelden dat nodig was om tot een positieve uitslag te besluiten (Ct-waarde). Dat gebeurt veelal niet. De cycluswaarde (Ct-waarde) is niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid RNA of het aantal virusdeeltjes in het monster, maar ook van bijvoorbeeld het moment van monsterafname in het verloop van de infectie, de wijze waarop het monster afgenomen wordt (neus of keel) en de tijdspanne die verloopt voordat het monster wordt geanalyseerd. 4,16
Chinees onderzoek toont aan dat de uitkomst van de RT-qPCR-test tijdens het verloop van Covid-19-besmettingscyclus van positief naar negatief en dan weer naar positief kan veranderen. 17 Anderzijds blijkt dat een groot aantal mensen een positieve RT-qPCR-test blijven afleggen (weken tot maanden) nadat de klinische symptomen zijn verdwenen en ze niet langer besmettelijk zijn voor anderen; dit is tot ongeveer acht dagen nadat men symptomen krijgt. 13,18,19,20
Ook interpretatie- en beoordelingsverschillen tussen kort getraind en ervaren laboratoriumpersoneel en kans op administratieve fouten mogen onder een enorme werkdruk niet onderschat worden. 21 In een referentiehandboek voor PCR-testen wordt geadviseerd alleen positief af te lezen wanneer de Ct-waarde lager is dan 24. Waarden tussen 24 – 35 worden gezien als grijs gebied. 11 Bij hogere Ct-waarden wordt de test als minder betrouwbaar (vals positief) gedefinieerd.
In het huidige testbeleid worden soms Ct-waardes tussen 35 en 45 gerapporteerd, die eigenlijk als onbetrouwbaar moeten worden beschouwd. 22 Opmerkelijk is dat hoge aantallen SARS-CoV-2-RNA-deeltjes zowel bij a-symptomatische als ernstig zieke Covid-19-patiënten werden waargenomen, wat een voorspelling van gezondheidsrisico’s enkel op basis van een positieve RT-qPCR-test lastig maakt. 23 Concentraties van virusdeeltjes (virale lading) tussen twee RT-qPCR-positief gediagnosticeerde monsters kunnen bovendien meer dan 1 miljoen keer verschillen. Toch worden deze monsters als statistisch gelijkwaardig beschouwd, aangezien rapportage uitsluitend gebeurt op basis van kwalitatieve (positieve of negatieve) classificatie en niet op basis van meer genuanceerde kwantitatieve Ct-waarden. 11 In de uitslagen voor de RT-qPCR-test wordt geen toelichting gegeven hoe een positieve of negatieve classificatie tot stand is gekomen; positief of negatief voor de verschillende probes op het E-gen en RdRp-gen.
Onder ideale omstandigheden suggereren de data van de RT-qPCR-test een hoge specificiteit (98 -100%). De specificiteit verwijst naar het vermogen van de test om negatieve gevallen correct te detecteren. De sensitiviteit verwijst naar het vermogen om positieve gevallen correct te detecteren; deze lijkt te varieren tussen de 63 en 85%. Omdat laboratoria verschillende testen en extractie methoden gebruiken en niet alle laboratoria Ct-waardes rapporteren, wordt naar de overheid en de patiënt enkel het resultaat (positief of negatief) gecommuniceerd. In het licht van bovenstaande problemen is het duidelijk dat dit problematisch is en dat het beter is te streven naar een algemeen algoritme dat door verschillende laboratoria gebruikt kan worden voor een meer genuanceerde kwantitatieve interpretatie. 24
Bovendien zijn er dringend ‘kringstudies’ (rondzendingen, externe kwaliteitscontroles) nodig waarbij dezelfde monsters door meerdere laboratoria getest worden voor kwaliteitscontrole (sensitiviteit, specificiteit, vals positief, vals negatief, universele standaard) of om de betrouwbaarheid te vergelijken van verschillende testen.5, 24, 25, 26
Recent is een ‘retraction-paper’ ingediend, die de oorspronkelijke paper (de ‘Corman-Drosten paper’, januari 2020), die de basis vormt voor de manier waarop deze RT-PCR test wereldwijd wordt toegepast, aanvecht. 5,44 Er lijken een tiental fouten te zijn gemaakt in de manier waarop één en ander staat beschreven, met consequenties voor de resultaten en de geschiktheid van deze test voor de wijze waarop deze nu wordt toegepast.
Positieve uitslag in combinatie met klachten
Een alleenstaande positieve PCR-testuitslag, zonder verder medische beoordeling, zegt dus niet of iemand besmettelijk of ziek is. Professor Intensive Care Medicine in het Erasmus MC Diederik Gommers zegt hierover:“Het is algemeen bekend dat je met een PCR-test een stukje genetisch materiaal aantoont van het Covid-virus. Een positieve PCR-test alleen niks zegt. Het is ESSENTIEEL dat je de test doet bij mensen met symptomen, zoals neusverkouden, en/of hoesten, en/of koorts etc. Het is ook belangrijk dat de klachten anders zijn dan gewoonlijk, omdat sommige mensen ook dit soort klachten kunnen hebben bij hooikoorts.” 27
Premier Rutte en Minister De Jonge bleven daarom herhalen: laat je alléén testen als je klachten hebt. Inmiddels zijn een loopneus, niezen, hoesten en koorts verworden tot Covid-19 klachten*, echter het hele jaar door zijn er verkoudheidsvirussen actief die exact dezelfde klachten geven.
De conclusie dat als iemand én positief test én verkoudheidsklachten heeft, dan ook lijdt aan Covid-19, kan en mag je niet trekken. Zeker niet zonder eerst deze persoon ook te testen op de heersende seizoensvirussen die dus exact dezelfde klachten geven. Sterker nog, wanneer deze persoon tussen augustus en oktober ook positief zou testen op (bijvoorbeeld) brokstukken van het rhinovirus, dan is het – o.a. afhankelijk van de Ct-waardes – aannemelijker dat dit seizoensvirus de oorzaak is van de verkoudheidsklachten, en niet het coronavirus.
Overzichtskalender met verkoudheidsvirussen:
Seasonal variations in frequency of selected upper respiratory tract infection pathogens. PIV = parainfluenza virus; RSV = respiratory syncytial virus; MPV = metapneumovirus; Group A Strept = group A streptococcus.
Bron: Medscape (https://emedicine.medscape.com/article/227820-overview) 28
PCR-testen versus ziekenhuis- en ic-opnames en sterftecijfers
Bescherming van kwetsbaren en het kunnen bieden van zorg
Op zowel 18 maart als op 25 maart 2020 legde de directeur van het Centrum Infectiebestrijding van het RIVM, Dhr. Jaap van Dissel, het doel van de bestrijding van Covid-19 treffend uit: “Het beschermen van kwetsbare groepen zoals ouderen en patiënten met afweerproblemen; we willen deze patiënten (maar ook andere patiënten zoals trauma- en hartpatiënten) zorg kunnen bieden, en dat richt zich dan met name op de bottleneck en dat is de ic-zorg.”29 Een doel dat iedereen in de samenleving aanspreekt. Zelfs in de grondwet staat omschreven dat een ieder recht heeft op medische verzorging.30 Helaas is deze bottleneck voornamelijk veroorzaakt door de forse bezuiniging in de afgelopen vijf jaar, op ic- en andere ziekenhuisbedden (tot bijna de helft) en zorgpersoneel.
PCR-testen als voorspellende waarde
Om het doel van de bestrijding van Covid-19 te bereiken, gebruikt het RIVM en de regering indicatoren om in een vroeg stadium signalen van nieuwe oplevingen op te pikken.31 Deze indicatoren dienen dan een goed beeld te vormen (voorspellende waarde te hebben) voor het uiteindelijke doel: kwetsbaren beschermen om te voorkomen dat ze ernstig ziek worden, dat kan leiden tot ziekenhuis- en ic-opnames of zelfs overlijden. Het gebruik van de PCR-test is niet geschikt als indicator; dat zou alleen gelden als er een vaste correlatie tussen positief getesten en ziekenhuis- en ic-opnames zou zijn.
Nieuwe sneltesten als panacee? Stand van zaken nu
Een andere mogelijkheid voor het aantonen van een doorgemaakte infectie is het bepalen van de aanwezigheid van antistoffen in een bloedmonster. De aanwezigheid van verschillende antistoffen IgM, IgA- en IgG-antistoffen werden in beperkte klinische studies aangetoond na vijf tot veertien dagen van infectie. Naast het feit dat deze testen nog niet uitvoerbaar zijn op grote schaal, blijkt uit verschillende reviews dat kwalitatief beter opgezette klinische onderzoeken urgent zijn om de betrouwbaarheid van deze testen te kunnen waarborgen. 32,33,35,36,37
De betrouwbaarheid van de immunologische testen wordt mede bepaald aan de hand van resultaten afkomstig uit de RT-qPCR-testen. In de gebieden waar het hoogst aantal overlijdens van Covid-19-patiënten werd vastgesteld, tonen studies aan dat gemiddeld slechts 20% van de bevolking aantoonbare antistoffen heeft. 38 Daarnaast is er een toenemend bewijs dat cellulaire immuniteit van T-cellen een belangrijke rol speelt in de bescherming tegen virale infecties. 38 Het is dus nog onzeker of de serologische testen een rol kunnen spelen in de diagnose van acute en asymptomatische patiënten en transmissie van het virus zowel op individueel als groepsniveau.35 Ook is niet bekend in welke mate een positieve immuunrespons bescherming biedt tegen infectie en hoe lang deze aanhoudt. Een virus-neutralisatie-test kan aantonen of in een bloedmonster antistoffen aanwezig zijn die het virus kunnen neutraliseren. Deze testen waarbij vanwege veiligheidsredenen meestal gebruik gemaakt wordt van een pseudovirus staan nog in de kinderschoenen en zijn nog onvoldoende gevalideerd. 33
Er worden inmiddels in rap tempo diverse sneltesten ontwikkeld waarbij virusantigeen wordt aangetoond.
In de eerste week van oktober werd aangekondigd dat testen van twee firma’s als voldoende zijn gekwalificeerd door academische onderzoekslabs. De beide nu goedgekeurde sneltesten worden verder onderzocht op hun bruikbaarheid. 34
De sensitiviteit van de sneltesten varieerde van 73,2-94,1%. Bij een aantal patiënten was de uitslag van de PCR-test zwak positief, waarbij het risico op besmettelijkheid klein is. Aanscherping van het afkappunt van de PCR-test, waardoor uitslagen met een hoge Ct-waarde (bijvoorbeeld > 35) niet meer als positief gelden, verhoogt de sensitiviteit van de sneltesten tot minimaal 85%. Verdere optimalisatie is waarschijnlijk mogelijk door ook de duur van de klachten mee te nemen, om fout-negatieve uitslagen te voorkómen bij mensen die nog besmettelijk gaan worden.43
Minder en beter testen voorkomt onnodige schade in welzijn en economie
De steeds luidere roep om nog meer te testen en gebruik te maken van buitenlandse laboratoria, gepoolde monsters, of rioolwateronderzoek om regionale haarden op te sporen, vraagt eveneens blijvende aandacht voor de kwaliteit van de testprocedure. Recent wordt ook een oplossing gezocht voor het capaciteitsprobleem door het inzetten van nieuwe commerciële sneltesten, die onder grote tijdsdruk ontwikkeld worden. De meeste van deze zogenaamde point of care-testen zijn echter gebaseerd op antigeen-detectie en kunnen alleen hoge concentraties van het manteleiwit aantonen. De sneltesten zijn minder arbeidsintensief en nemen minder tijd in beslag voor een uitslag (ongeveer 30 minuten in plaats van enkele uren of langer voor een RT-qPCR-test). Daar staat echter tegenover dat ze veel minder gevoelig zijn dan de RT-qPCR-test. 39 De betrouwbaarheid en toepasbaarheid van de nieuwe point of care-testen worden momenteel vergeleken met de resultaten die afkomstig zijn van RT-qPCR- en serologische testen, die echter zelf nog onvoldoende gevalideerd zijn.
Om de kwaliteit van testen te verhogen en testresultaten betrouwbaarder te kunnen duiden, is het beter om testen alleen in te zetten voor mensen mét ziektesymptomen. Het veelvuldig testen van patiënten met milde klachten of asymptomatische mensen in gebieden waar SARS-CoV-2 al veel voorkomt, heeft qua behandeling geen toegevoegde waarde, omdat het, zoals hierboven beschreven, ook niets zegt over besmettelijkheid. Er bestaat voor deze mensen geen specifieke behandeling en bijgevolg kan de test op dit vlak ook geen verschil maken. Als men testen niet meer gebruikt voor deze doelgroep kan men de vrijgekomen testcapaciteit inzetten voor zieke patiënten en zorgpersoneel 22, bijvoorbeeld om bij patiënten met matige tot ernstige griepverschijnselen een aanvullende CT-scan, serologisch, immunologisch en zo nodig nutritioneel onderzoek uit te voeren. Hierdoor kunnen de SARS-CoV-2-besmettingsgraad en ernstige Covid-19-ziekterisico’s betrouwbaarder ingeschat worden en verantwoorder gebruikt worden voor meer selectieve quarantainemaatregelen. 40,41,42
Een nieuw griepseizoen vraagt om reflectie op het huidig beleid
Met de koudere temperaturen zijn we ook al aangeland in een nieuw griepseizoen en neemt de kans op een verkoudheid en griepverschijnselen door allerlei virussen, zoals het influenzavirus en het coronavirus toe. Het duiden van een SARS-CoV-2-besmetting uitsluitend op basis van een RT-qPCR-test is in dit seizoen nog lastiger. Dit toont ons nog meer het belang van een (andere) valide en betrouwbare test- en diagnoseprocedure die toelaat om te differentiëren tussen verschillende soorten infecties en de besmettelijkheid daarvan voor anderen.
Referenties
1 Wang-Da Liu, Sui-Yuan Chang, Jann-Tay Wang, Ming-Jui Tsai, Chien-Ching Hung, Cia-Lin Hsu, Shan-Chwen Chang – Prolonged virus shedding even after seroconversion in a patient with COVID-19 https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7151379/
2 Gupa S. – COVID-19: Persistent viral shedding of SARS-CoV-2 in faeces – https://www.cebm.net/study/covid-19-persistent-viral-shedding-of-sars-cov-2-in-faeces/
3 Kilic, T., R. Weissleder, and H. Lee, Molecular and Immunological Diagnostic Tests of COVID-19: Current Status and Challenges. iScience, 2020. 23(8): p. 101406.
4 Yan, Y., L. Chang, and L. Wang, Laboratory testing of SARS-CoV, MERS-CoV, and SARS-CoV-2 (2019-nCoV): Current status, challenges, and countermeasures. Rev Med Virol, 2020. 30(3): p. e2106.
5 Corman, V.M., et al., Detection of 2019 novel coronavirus (2019-nCoV) by real-time RT-PCR. Euro Surveill, 2020. 25(3).
6 Roche, https://pim-eservices.roche.com/eLD/web/pi/en/home. 2020.
7 CDC, https://www.fda.gov/media/134922/download, 2020.
8 (FDA, https://www.fda.gov/media/136151/download, 2020.
9 RIVM, https://www.rivm.nl/griep-griepprik/feiten-en-cijfers, 2020.
10 Rao, S.N., et al., A Narrative Systematic Review of the Clinical Utility of Cycle Threshold Values in the Context of COVID-19. Infect Dis Ther, 2020. 9(3): p. 573-586.
11 Jefferson, T., et al., Viral cultures for COVID-19 infectivity assessment. Systematic review. medRxiv, 2020. https://doi.org/10.1101/2020.08.04.20167932.
12 NRC – Geen corona, toch in quarantaine: mogelijk honderden fout-positieve uitslagen per week – http://nrc.nl/nieuws/2020/09/10/geen-corona-toch-in-quarantaine-a4011600
13 Andrew N. Cohen, Ph.D.1*, Bruce Kessel, M.D.2, Michael G. Milgroom, Ph.D. – Diagnosing COVID-19 infection: the danger of over-reliance on positive test results https://www.medrxiv.org/content/10.1101/2020.04.26.20080911v3.full.pdf
14 Marijke Raymaekers, Rita Smets, Brigitte Maes, and Reinoud Cartuyvels – Checklist for Optimization and Validation of Real-Time PCR Assays – https://gene-quantification.de/raymaekers-et-al-optimisation-2009.pdf
15 GGD-GHOR – Weekupdate cijfers coronatests bij de GGD’en – https://ggdghor.nl/actueel-bericht/weekupdate-cijfers-coronatests-bij-de-ggden/
16 Haddar, C., et al., Brief comparative evaluation of six open one-step RT-qPCR mastermixes for the detection of SARS-CoV-2 RNA using a Taqman probe. Journal of Clinical Virology, 2020. in press: p. https://doi.org/10.1016/j.jcv.2020.104636.
17 Xiao, A.T., et al., Dynamic profile of RT-PCR findings from 301 COVID-19 patients in Wuhan, China: A descriptive study. J Clin Virol, 2020. 127: p. 104346.
18 Gombar, S., et al., Persistent detection of SARS-CoV-2 RNA in patients and healthcare workers with COVID-19. J Clin Virol, 2020. 129: p. 104477.
19 Kang, H., et al., Retest positive for SARS-CoV-2 RNA of “recovered” patients with COVID-19: Persistence, sampling issues, or re-infection? J Med Virol, 2020.
20 Walsh, K.A., et al., SARS-CoV-2 detection, viral load and infectivity over the course of an infection. J Infect, 2020. 81(3): p. 357-371.
21 G., G., Testing Times. . Nature, 2020. 583: p. 506-509.
22 Zitek, T., The Appropriate Use of Testing for COVID-19. West J Emerg Med, 2020. 21(3): p. 470-472.
23 Yonker, L.M., et al., Pediatric SARS-CoV-2: Clinical Presentation, Infectivity, and Immune Responses. J Pediatr, 2020.
24 Sciensano, COVID19 factsheet 14 juni 2020. https://covid-19.sciensano.be/sites/default/files/Covid19/COVID-19_fact_sheet_ENG.pdf, 2020.
25 LeBlanc, J.J., et al., Real-time PCR-based SARS-CoV-2 detection in Canadian laboratories. J Clin Virol, 2020. 128: p. 104433.
26 Laureano, A.F.S. and M. Riboldi, The different tests for the diagnosis of COVID-19 – A review in Brazil so far. JBRA Assist Reprod, 2020. 24(3): p. 340-346.
27 Diederik Gommers – https://www.linkedin.com/posts/diederik-gommers-3163b333_pcr-en-antistoffen-over-de-tijd-activity-6700444588496224257-IKF7 REFERENTIES:
28 Joseph Adrian L Buensalido, MD – Rhinovirus (RV) Infection (Common Cold) – https://emedicine.medscape.com/article/227820-overview
29 Technische Briefing Dhr. Van Dissel – 25 maart 2020 – Update coronavirus – https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/update-coronavirus
30 De Grondwet – Artikel II-35: De gezondheidszorg – https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vgm7mnovhrwd/artikel_ii_35_de_gezondheidszorg
31 Rijksoverheid – Corona Dashboard – https://coronadashboard.rijksoverheid.nl/over
32 EUnetHTA, What is the diagnostic accuracy of molecular methods that detect the presence of the SARS-CoV-2 virus in people with suspected COVID-19 Project ID: RCROT02 2020. https://eunethta.eu/wp-content/uploads/2020/07Project_Plan_RCROT02_Molecular_Methods_31.07.2020_final.pdf.
33 Whitman, J.D., et al., Evaluation of SARS-CoV-2 serology assays reveals a range of test performance. Nat Biotechnol, 2020.
34 https://nos.nl/artikel/2351308-eerste-corona-sneltesten-goedgekeurd-gaat-testaanpak-rigoureus-veranderen.html
35 EUnetHTA, RAPID COLLABORATIVE REVIEW ON THE CURRENT ROLE OF ANTIBODY TESTS FOR NOVEL CORONAVIRUS SARS-COV-2 IN THE MANAGEMENT OF THE PANDEMIC. Project ID: RCR OT 01, 2020. https://eunethta.eu/wp-content/uploads/2020/06/RCR_OT_01-_Antibody-tests-for-SARSCoV-2_23-06-2020.pdf.
36 Lisboa Bastos, M., et al., Diagnostic accuracy of serological tests for covid-19: systematic review and meta-analysis. BMJ, 2020. 370: p. m2516.
37 Deeks, J., et al., Antibody tests for identification of current and past infection with SARS-CoV-2 (Review). Cochrane Database of Systematic Reviews 2020, 2020. DOI: 10.1002/14651858.CD013652.
38 Doshi, P., Covid-19: Do many people have pre-existing immunity? BMJ, 2020. 370: p. m3563.
39 Guglielmi, G., Fast coronavirus tests: what they can and can’t do. Nature, 2020. 585(doi: 10.1038/d41586-020-02661-2): p. 496-498
40 Song, J.W., et al., Immunological and inflammatory profiles in mild and severe cases of COVID-19. Nat Commun, 2020. 11(1): p. 3410.
41 Laing, A.G., et al., A dynamic COVID-19 immune signature includes associations with poor prognosis. Nat Med, 2020.
42 Hadjadj, J., et al., Impaired type I interferon activity and inflammatory responses in severe COVID-19 patients. Science, 2020. 369(6504): p. 718-724.
43 Bonten, Marc J.M., Covid-19: hoe betrouwbaar zijn sneltesten? Ned Tijdschr Geneeskd. 2020;164:C4678
https://www.ntvg.nl/artikelen/nieuws/covid-19-hoe-betrouwbaar-zijn-sneltesten/volledig
44. https://cormandrostenreview.com/.
Euro Surveill. 2020;25(48):pii=2012031. https://doi.org/10.2807/1560-7917.ES.2020.25.48.2012031