In een 450 pagina’s tellende aanklacht heeft de Zwitserse advocaat Philipp Kruse namens 43 personen bij de Zwitserse openbare aanklager aangifte gedaan van een groot aantal strafbare feiten die begaan zijn door Swissmedic, het Zwitserse equivalent van het Nederlandse College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), en het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA).
De strafbare feiten gaan over de beoordeling en inzet van de Pfizer- en Moderna-mRNA-vaccins bij de Zwitserse bevolking, gerapporteerd door 37 personen die aangifte hebben gedaan en zes personen met rechtstreekse schade door de mRNA-vaccins.
Een encyclopedie van een medisch ethische dwaling
Hoewel de aanklacht specifiek gericht is op de Zwitserse situatie zijn grote delen ervan wereldwijd toepasbaar en vormen de 450 pagina’s tellende aanklacht een encyclopedie van de medisch-ethische dwaling van de mRNA-vaccinaties in 1623 genummerde toegangen.
Zo worden bijvoorbeeld in toegang (N) 1291 alle 21 relevante feiten genoemd die Swissmedic negeerde toen het eind 2020 / begin 2021 tijdelijke goedkeuring gaf voor het gebruik van mRNA-vaccins voor volwassenen ouder dan 18 jaar. De N-nummers verwijzen naar ondersteunende stukken in het document.
Swissmedic – evenals het CBG en de EMA – negeerden bij hun goedkeuring:
- dat de technologie in kwestie een nieuwe mRNA-technologie was, ook bekend als gentherapie, die tot nu toe alleen in individuele gevallen bij kankerpatiënten werd gebruikt, dat wil zeggen alleen bij mensen met ernstige eerdere ziekten en alleen op proefbasis. Zelfs in de context van een dergelijk gebruik was tot dan toe geen relevante werkzaamheid aangetoond en had geen enkel farmaceutisch product met mRNA-technologie ooit een handelsvergunning gekregen voor puur profylactisch (preventief) gebruik bij gezonde bevolkingsgroepen (zie N 186 e.v.). ,
- dat tot op heden het vermoeden niet voldoende is weggenomen dat dit medicijn zelfs een genetisch gemodificeerd organisme zou kunnen zijn (N. 200 e.v. hierboven), en daarom dit medicijn nooit goedgekeurd had mogen worden onder een “beperkte goedkeuring.” (voorkant N 926) ff., N 999 e.v.),
- dat mRNA-‘vaccins’ voor gezonde mensen daarom een absolute afwijking zijn, vergeleken met alle andere geneesmiddelen die eerder regulier of ‘tijdelijk’ zijn goedgekeurd (boven N 966 ev, vooral N 995 e.v.),
- dat dit geneesmiddel geen vaccinatie in de conventionele zin is vanwege het ontbreken van bewijs van een immuniserende werking, en daarom nooit aan het publiek verkocht had mogen worden als een “vaccinatie” tegen covid-19 (zie N 498 e.v., N 693 e.v., N 1097 e.v., N 1256),
- dat de dosisonderzoeksstudies voor Spikevax ontoereikend zijn uitgevoerd en dat er zodoende een veel te hoge mRNA-dosis is goedgekeurd, vooral voor adolescenten (voorzijde N 208 e.v.),
- dat de huidige nieuwe mRNA-technologie wordt gekenmerkt door het feit dat het productieproces van het eigenlijke actieve ingrediënt (het spike-eiwit) wordt verplaatst naar het menselijk lichaam, waarbij dit actieve ingrediënt zonder deze tussenkomst niet zelf zou worden geproduceerd en er geen voldoende empirisch onderzoek was dat de lichaamseigen productie van het spike-eiwit en het nieuwe werkingsmechanisme ervan in het lichaam beheersbaar zouden zijn voor wat betreft: (1) duur van de productie (2) locatie van productie in het lichaam (aangetaste organen); (3) kwaliteit; (4) hoeveelheid productie en (5) de effectiviteit en veiligheid van het geproduceerde actieve ingrediënt voor puur profylactisch (preventief) gebruik in een anderszins gezonde bevolking (boven N 272 ev, N 391 ev; zie ook N 191 ev),
- dat vanwege het gebrek aan controleerbaarheid van de dosering en kwaliteit van dit medicijn en vanwege het ontbreken van voldoende bewijs van een significant beschermend effect tegen infectie met SARS-CoV-2, de meest essentiële vereisten voor een algemene vergunning voor het in de handel brengen van de preventie van een gezonde populatie uiteraard niet vervuld waren, noch voor een reguliere (zie N 862 ev, in het bijzonder N 1065), noch voor een “tijdelijke vergunning” (boven N 963 ev, N 992 ev, in het bijzonder N 1068 e.v.),
- dat de mRNA-‘vaccins’ met de giftige lipidenanodeeltjes (LNP) nieuwe, nog niet geteste ingrediënten bevatten die niet bij mensen zijn goedgekeurd en volgens de beschrijving van de fabrikant (en EMA) potentieel kankerverwekkend zijn, vermoedelijk de vruchtbaarheid en het ongeboren kind kunnen schaden – en het centrale zenuwstelsel, de nieren, de lever en het ademhalingssysteem beschadigen bij langdurige of herhaalde blootstelling, waarbij een klein aantal dierstudies uitgevoerd voorafgaand aan de marktgoedkeuring het aanzienlijke potentieel voor schade bevestigde (zie N 212 ff .),
- dat de vrijgavespecificaties, met een minimaal vereist gehalte aan actieve ingrediënten van slechts 37%, drastisch afweken van alle eerder vastgestelde regels, wat betekende dat de kwaliteit van de medicijnen op geen enkele manier gegarandeerd kon worden, met het dienovereenkomstig hoge aandeel niet-intact mRNA dat een aanzienlijk risico op genotoxiciteit (wanneer een stof het DNA in cellen kan beschadigen) en carcinogeniteit (stoffen die kanker kunnen veroorzaken) met zich meebrengt (voorzijde N 225 ev),
- dat de mRNA-‘vaccins’ met nitrosamine, benzeen en bacterieel DNA toxische, mutagene (stofffen die genen kunnen beschadigen) en carcinogene verontreinigingen bevatten (zie N 231 ev), waardoor er ook een dringend vermoeden bestaat van niet-GMP-conforme productie, dat wil zeggen de kwaliteit (Module 3: inclusief zuiverheid) van de ‘vaccins’ is al ontoereikend (voorzijde N 870 ev),
- dat ondanks het onopgeloste vermoeden van de aanwezigheid van een genetisch gemodificeerd organisme en de gerapporteerde toxische eigenschappen van LNP, er geen dierstudies naar genotoxiciteit en carcinogeniteit zijn uitgevoerd (zie bijvoorbeeld hierboven N 217, N 222 en N 223); zie ook mRNA N 229),
- dat preklinische studies (dierstudies) een mogelijk risico bij zwangerschappen hadden geïdentificeerd (tweevoudige toename van pre-implantatieverliezen, misvormingen), en daarom de Human Medicines Experts Committee (HMEC), in opdracht van Swissmedic, eind 2020 dringend aanbeval om “zwangerschap” expliciet in de lijst onder “voorzorgsmaatregelen” in de productinformatie op te nemen (zie N 235 ev), wat Swissmedic vervolgens heeft nagelaten,
- dat de dierstudies niet “GLP-conform” zijn uitgevoerd en dat er in de weinige dierstudies op het gebied van de farmacokinetiek (beschrijving van de processen waaraan een stof in het lichaam wordt onderworpen) – die veel te vroeg zijn beëindigd – een zorgwekkende accumulatie van toxische lipidenanodeeltjes (LNP) in de lever, milt en andere organen zoals de eierstokken werden gevonden (voorzijde N 251 ev, N 258 ev),
- dat vergunningen voor het in de handel brengen van nieuwe geneesmiddelen normaal gesproken alleen worden verleend op basis van klinische proeven met een observatieperiode van 24 maanden, maar dat de deelnemers aan de studie voor de mRNA-“vaccins” slechts twee maanden werden geobserveerd in de klinische goedkeuringsstudies ( zie N 247 e.v.; over de goede ontwikkeling van een geneesmiddel, zie N 863 e.v.),
- dat de productie van het spike-eiwit in het menselijk lichaam blijkbaar nooit adequaat is onderzocht in een klinische studie van een fabrikant met betrekking tot de kwaliteit, duur en locatie van de productie van het zogenaamd immuniserende eiwit, ondanks de expliciete eis van de HMEC ( voor N 272 e.v.),
- dat duidelijke risicosignalen zoals aanwijzingen voor verhoogde morbiditeit in de ‘vaccinatiegroep’ al aanwezig waren in de klinische goedkeuringsstudies (voorzijde N 278 ev),
- dat deze zelfde klinische goedkeuringsonderzoeken door de fabrikanten ‘ongeblindeerd’ waren gemaakt door het verwijderen van de controlegroepen, dus de facto waren beëindigd en daardoor zichzelf hadden gesaboteerd (zie N 275 e.v.), wat het zeer onwaarschijnlijk, zo niet ronduit onmogelijk maakte dat door de fabrikant er ooit bruikbare en volledige gegevens beschikbaar zouden zijn, vanwege het ontbreken van een controlegroep – wat een verplichte voorwaarde zou zijn voor een tijdelijke autorisatie (zie N 1122 e.v.),
- dat de door de fabrikanten overgelegde onderzoeken (zowel dier- als mensstudies) qua kwaliteit en kwantiteit volkomen ontoereikend waren om voldoende bewijs te leveren voor een significant beschermend effect en veiligheid (voorzijde N 250 ev, N 269 ev),
- dat er eind 2020 al aanwijzingen waren voor mogelijke late effecten zoals bloedziekten, neurodegeneratieve ziekten of auto-immuunziekten (met name ADE, Antibody-Dependent Enhancement. Hierbij verergert een vaccin de infectie juist. Sommige mensen die al besmet zijn, worden dus nog zieker door de inenting) en dat deze zelfs met volstrekt ontoereikende dierstudies niet konden worden weerlegd (front N 242 e.v., N 290 e.v.),
- dat Moderna’s gepatenteerde geneesmiddelenbewakingssysteem (PVS) volkomen ongeschikt bleek te zijn voor het monitoren van de veiligheid van geneesmiddelen (front N 284 ff.),
- dat tegen de achtergrond van de hierboven opgesomde feiten de vrijgave van de mRNA-“vaccins” voor de gehele bevolking door middel van een “tijdelijke” autorisatie in de zin van Art. 9a TPA in december 2020 niets anders betekende dan dat de Zwitserse bevolking zonder haar medeweten deelnam aan het grootste klinische experiment ooit uitgevoerd in Zwitserland (en tegelijkertijd wereldwijd) (zie N 292 ev).
Andere onderdelen van de aanklacht zijn net zo doortimmerd. Bijvoorbeeld de onjuiste en strafbare rechtvaardiging voor het gebruik in jongeren en zwangere vrouwen. Vandaar dat dit document van grote waarde is bij de Nederlandse evaluatie van dit aspect van de coronarespons van de Nederlandse regering.
De aanklacht is op deze Zwitserse website toegankelijk met een Executative summary waarin de kernpunten zijn samengevat, en de volledige 450 pagina’s in verschillende talen waaronder Engels.
Het is interessant om te beseffen dat het CBG in Nederland is opgericht in 1963 na de zogenoemde ‘Softenonaffaire’: daarbij kwam aan het licht dat gebruik van het geneesmiddel thalidomide door de moeder tijdens de zwangerschap zeer schadelijk was voor de ongeboren vrucht.
Het Artsen Collectief pleit voor het oprichten van een nieuw onafhankelijk instituut voor goedkeuring van geneesmiddelen, dat een medisch-ethische dwaling zoals we hebben meegemaakt met de covid-mRNA-vaccinaties in de toekomst moet voorkomen.