De Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (de KNOV) de beroepsvereniging van zo’n 4.000 erkende verloskundigen of studenten, heeft door middel van een open brief naar onder andere de Gezondheidsraad, het Ministerie van VWS en het RIVM vraagtekens gezet bij het vaccineren van zwangeren.
Nederlandse zwangere vrouwen komen in aanmerking voor drie vaccinaties, namelijk kinkhoest (DKT), influenza en nu ook COVID-19
Over de laatstgenoemde, de coronavaccins, schrijft de KNOV:
In het Structureel vaccinatieprogramma Covid-19 is nu het advies opgenomen om alle zwangeren rond 22 weken zwangerschap te vaccineren tegen COVID-19. Dit betekent dat zij gedurende het hele jaar hiervoor in aanmerking komen, niet alleen tijdens het ‘griepseizoen’. Dit terwijl voor de vaccineffectiviteit en -veiligheid voor zwangeren en hun (ongeboren) kinderen geen overtuigende wetenschappelijke onderbouwing bestaat, zeker niet voor de lange termijn.
Matig bewijs voordelen en onvoldoende bekend over veiligheid
In Nederland is eerder altijd voorzichtigheid betracht bij het vaccineren van zwangeren.
Dit gebeurde uitsluitend wanneer er sprake was van risicofactoren. Dit beleid is echter losgelaten. Sinds 2019 krijgen alle zwangeren rond de 22e week de kinkhoestvaccinatie aangeboden. In 2021 kwamen daar de griepvaccinatie en de mRNA-vaccinatie tegen Covid-19 bij.
De beroepsvereniging KNOV maakt zich zorgen over de snelle toename van het aantal maternale vaccinaties, omdat er slechts matig wetenschappelijk bewijs is voor de individuele en maatschappelijke voordelen. Tegelijkertijd is er nog onvoldoende bekend wat het effect en de veiligheid is van drie vaccinaties tegelijkertijd of kort na elkaar in de zwangerschap.
Naar ons weten zijn er geen evaluaties van de effecten van de Nederlandse programma’s gepland. Dat maakt dat evalueren van de eventuele gezondheidswinst vooralsnog niet mogelijk is.
Andere landen zijn terughoudender
Voor zowel coronavaccinaties als andere maternale vaccinaties schrijft de KNOV in haar brief dat de ons omringende landen terughoudender zijn. Als voorbeeld noemt de organisatie de situatie in Duitsland, waar coronavaccinaties voor zwangeren niet breed geïmplementeerd zijn – wat nu in Nederland wel het geval is.
Versterken van gezondheid in plaats van aanbieden vaccinaties
De KNOV eindigt de brief met de overweging dat er iets lijkt te wringen bij het besluit tot aanbieden van vaccinatie aan zwangeren:
Is dit waar we in een tijd van schaarste onze capaciteit en financiën aan moeten besteden? Is risicovermindering de beweging de goede kant op of moeten we ons veel meer gaan richten op het versterken van gezondheid?
Lees de complete brief hier.
Het Artsen Collectief steunt de KNOV in haar kritiek omtrent de toename van maternale vaccinatie in het algemeen en de coronavaccinaties in het bijzonder. Daarnaast steunt het Artsen Collectief de strategie om gezondheid te bevorderen door aandacht voor voeding, leefomgeving en leefstijl in plaats van het medicaliseren van de zwangerschap.