Er is geen wetenschappelijk bewijs dat specifiek gain-of-function-onderzoek op potentieel pandemische pathogenen (virussen) voordelen heeft opgeleverd voor Pandemic preparedness, vaccinontwikkeling of voorspelling van uitbraken. Het ontwikkelen van voor mens en dier nieuwe virussen, met miljarden aan belastinggeld en onduidelijke andere financieringsbronnen, is dan ook extreem gevaarlijk. Dat zegt viroloog Simon Wain-Hobson in de Duitse krant Berliner Zeitung van 12 juni 2025. Wain-Hobson is bekend van zijn werk over het hiv-virus.
De Brits/Franse microbioloog, hoogleraar moleculaire retrovirologie aan het Pasteur Instituut in Parijs, directeur van het Franse National HPV Reference Laboratory en bestuursvoorzitter van de Foundation for Vaccine Research in Washington is zeer kritisch over virologen, de wetenschappelijke tijdschriften en de wetenschapsjournalistiek.
“Wetenschapsjournalistiek is echt moeilijk, […] zelfs getrainde wetenschappers hebben moeite om werk buiten hun vakgebied volledig te begrijpen. [….] Wanneer een wetenschapper de journalist manipuleert, worden de lezers indirect ook gemanipuleerd. En in een crisis zoals met het coronavirus wordt dat gevaarlijk.”
Hieronder een Nederlandse vertaling van het Duitse krantenartikel, opdat het ook in Nederland en op Nederlandse universiteiten gelezen wordt.
Berliner Zeitung
Viroloog Simon Wain-Hobson: “Wetenschappers kunnen ook liegen.”
Gevaarlijk onderzoek, verborgen risico’s: Een viroloog spreekt zich uit. hiv-pionier Simon Wain-Hobson over coronavirus, censuur en rode lijnen in de wetenschap.
De Britse viroloog Simon Wain-Hobson verwierf internationale erkenning in de jaren tachtig voor zijn significante bijdrage aan de sequencing van het hiv-genoom. Vandaag wordt hij beschouwd als een van de meest prominente kritische stemmen in het debat rond gain-of-function (GoF)-onderzoek — een methode waarbij virussen opzettelijk gevaarlijker of overdraagbaarder worden gemaakt [met als doel bijvoorbeeld om het toekomstig potentieel van een virus in kaart te brengen, pandemieën te voorspellen en/of natuurlijke evolutie een stap voor te zijn, red.].
Met decennia aan ervaring is Wain-Hobson bekend met zowel de wetenschappelijke doorbraken als de ethische valkuilen van de moderne virologie. In een interview met de Berliner Zeitung bespreekt hij de oorsprong van het coronavirus, de gevolgen van wetenschappelijke censuur, en de lessen die de wetenschap moet trekken uit haar eerdere fouten.
Meneer Wain-Hobson, tijdens de coronapandemie werden journalisten er vaak van beschuldigd zich te veel als wetenschappers te gedragen. Hoe beoordeelt u deze beschuldiging?
Wetenschapsjournalistiek is echt moeilijk—veel moeilijker dan de meeste mensen denken. Zelfs getrainde wetenschappers hebben moeite om werk buiten hun vakgebied volledig te begrijpen. Ik zit al decennia in de wetenschap, en als je me zou vragen om commentaar te geven op een malariaproject, zou ik belangrijke details missen. Een journalist heeft geen kans—tenzij ze hun bronnen kunnen vertrouwen.
Het probleem is: Wanneer wetenschappers manipuleren of liegen — ja, het gebeurt wel — is dat een vertrouwensbreuk die de hele informatieketen doordringt. Donald G. McNeil Jr., een gerespecteerde journalist en voormalig medewerker van de New York Times, beschreef hoe hij werd voorgelogen door Kristian Andersen — een van de auteurs van het Nature Medicine-artikel “The Proximal Origin of Sars-CoV-2” dat al vroeg de lab-lek-hypothese als onwaarschijnlijk verwierp en een natuurlijke oorsprong onderschreef.
McNeil voelde het in het interview — in zijn woorden: “Deze man manipuleert me.” Dat schokte hem. En het zou iedereen moeten schokken die geeft om het publieke vertrouwen in de wetenschap.
Ik heb ook vrienden in de wetenschapsjournalistiek, zoals Volker Stollorz van het Science Media Center Germany. Zelfs Volker, met een doctoraat in moleculaire biologie, vertelde me hoe moeilijk het is om te beoordelen wat wetenschappers zeggen wanneer ze zich isoleren of uitsluitend in technisch jargon spreken. Dat is de val: Wanneer een wetenschapper de journalist manipuleert, worden de lezers indirect ook gemanipuleerd. En in een crisis zoals met het coronavirus wordt dat gevaarlijk.
U sprak openlijk over wetenschappelijk wangedrag tijdens de ontdekking van hiv in de jaren tachtig. Wat gebeurde er toen?
Robert Gallo beweerde het aidsvirus onafhankelijk van Luc Montagnier te hebben ontdekt. Dat was simpelweg niet waar. Mijn team bij het Pasteur Instituut kon aantonen dat het virus waarmee Gallo werkte ons isolaat was. In de VS hadden ze moeite met het isoleren van het virus. Onder politieke en wetenschappelijke druk namen ze ons virus en deden het voorkomen als het hunne.
Waarom?
Omdat aids werd gezien als een Amerikaans probleem. Politiek gezien kon het National Institutes of Health (NIH) niet tolereren dat de Fransen het probleem hadden opgelost. Dit leidde tot rechtszaken en uiteindelijk een schikking waarbij de VS en het Pasteur Instituut de royalty’s voor de hiv-test deelden. Maar ethisch gezien? De royalty’s behoorden ons toe.
Laten we het hebben over ‘gain-of-function’-onderzoek. Er is nog steeds geen duidelijke definitie. Waarom?
De dubbelzinnigheid is onderdeel van het probleem en van de strategie. Wetenschappers hebben de termen opzettelijk verwaterd. Maar het basisconcept is eenvoudig. In de klassieke genetica betekent gain-of-function een organisme een nieuwe eigenschap geven—bijvoorbeeld bacteriën insuline laten produceren. Dat is nuttig. Maar in de virologie hebben we het over iets heel anders. Gevaarlijk gain-of-function-onderzoek betekent opzettelijk een virus overdraagbaarder of dodelijker maken—of een dierenvirus transformeren tot een menselijke pathogeen. Dat overschrijdt een rode lijn.
En ik stel een eenvoudige vraag: Waarom de wereld gevaarlijker maken — voor je kinderen, je partner, je ouders? Het veelgehoorde argument is dat dergelijk onderzoek helpt bij het voorspellen van pandemieën. Maar dat is simpelweg onzin. Het is niet alleen verkeerd — het is gevaarlijk verkeerd. Wetenschappers zoals Anthony Fauci en Yoshihiro Kawaoka beweerden dat het nuttig kon zijn, maar er is geen hard bewijs om dit te ondersteunen. Dat zei ik al in 2012. Meer dan een decennium later gaf zelfs Kawaoka toe dat de H5N1-vogelgriep bij lange na niet de bedreiging vormde die hij oorspronkelijk had geschetst.
Ik weet wat virale evolutie is —hiv leerde ons er alles over. En vanuit dat perspectief hielden de beloftes over de voordelen van gevaarlijk gain-of-function-onderzoek geen stand. Er is geen wetenschappelijk voordeel dat het risico rechtvaardigt van het creëren van nieuwe menselijke pathogenen. Geen enkel.
Trump ondertekende een uitvoerend decreet dat hoogrisico ‘gain-of-function’-onderzoek beperkt en plaatste critici van het vorige covid-beleid, zoals Jay Bhattacharya, in sleutelposities. Wat is uw mening hierover?
Jay Bhattacharya heeft veel potentieel, maar hij heeft tijd nodig om zichzelf te bewijzen. Hij neemt een moeilijke positie op zich bij het National Institutes of Health, met al aangekondigde budgetbezuinigingen. Mensen zullen zien dat hij werkelijk wetenschapsgericht is—maar dat zal tijd kosten. Samen met Senator Rand Paul was hij een drijvende kracht achter het uitvoerend decreet dat gevaarlijke gain-of-function-experimenten beperkt. Hoewel het onder Trump werd ondertekend, kwam de wetenschappelijke impuls van mensen zoals Bhattacharya, niet van Trump zelf.
Jarenlang steunde het NIH onder leiding van Anthony Fauci dit riskante onderzoek, ondanks de twijfelachtige voordelen. Dat creëerde een cultuur waarin weinigen het waagden de status quo uit te dagen. Bhattacharya’s inzet hielp dit paradigma te doorbreken.
Waarom heeft het debat in Europa zich niet ontwikkeld zoals in de VS?
Omdat het voor Europeanen gemakkelijk is dit als een Amerikaans probleem af te schilderen. In Frankrijk was er praktisch geen publiek debat gedurende tien jaar. In Duitsland vond het serieuze debat plaats in 2014 tijdens een bijeenkomst in Hannover, georganiseerd door de Volkswagen Stiftung. Ik was wetenschappelijk adviseur. De Duitse Ethiekraad schreef een sterk rapport dat gevaarlijk gain-of-function-onderzoek in twijfel trok. Maar de Leopoldina (de Duitse nationale academie van wetenschappen, red.) schoof het terzijde. Ze kozen ervoor om de kant van het NIH te kiezen.
In heel Europa — Zwitserland, Italië, Spanje, Scandinavië — heerste stilte over dit onderwerp. En dat is beschamend, vooral gezien Europa’s veelgenoemde “voorzorgsbeginsel.” In het Verenigd Koninkrijk werd er iets meer over gesproken, maar zelfs daar werd een incident met mond-en-klauwzeer uit een BSL-4-laboratorium in de doofpot gestopt. De waarheid kwam pas veel later aan het licht.
Wat is Duitslands probleem met ‘gain-of-function’?
Ik heb de standpuntnota van de Duitse Vereniging voor Virologie (GSV) uit maart 2025 over veiligheidsrelevant virologisch onderzoek gelezen, en vind het op verschillende kernpunten inadequaat. Het document is slecht gestructureerd en biedt geen duidelijk, robuust kader voor risicobeoordeling van gevaarlijk gain-of-function-onderzoek, vooral wat ik Gain-of-Function 2.0 noem – laboratoriumwerk waarbij virussen gevaarlijker of overdraagbaarder worden gemaakt, of dierenvirussen worden getransformeerd tot menselijke pathogenen.
Al het andere is in vergelijking daarmee irrelevant. Omdat zulke virussen pandemieën kunnen veroorzaken.
De GSV heeft gefaald om precies te definiëren wat gevaarlijk gain-of-function-onderzoekis. Dat is verrassend, want zonder een heldere definitie is geen risicobeoordeling mogelijk. Bovendien doen ze twijfelachtige uitspraken: Dergelijk onderzoek heeft niet bijgedragen aan de ontwikkeling van vaccins of medicijnen. Risicobeoordelingen worden uitgevoerd door de onderzoekers zelf.
De enige uitgebreide risico-batenanalyse is meer dan 1.000 pagina’s lang en werd jaren geleden gepubliceerd. Er is een recent verhaal uit een BSL-4-laboratorium van de hoogbeveiligings-categorie in de VS: dat werd stilgelegd na een incident tussen twee geliefden waarbij de een het drukpak van de ander beschadigde.
Mensen geloven dat alles beheersbaar is met veiligheidsprotocollen. Maar mensen maken fouten. Nooit vraagt iemand zich af of gevaarlijk gain-of-function-onderzoek, überhaupt moet worden uitgevoerd, en of dat het Duitse gezondheidssysteem eigenlijk wel ten goede komt. Het medische principe van “ten eerste geen schade toebrengen” wordt geschonden.
Mijn vrouw is kinderarts, mijn zoon cardioloog. Beiden hebben de eed van Hippocrates afgelegd. Ik ben gepromoveerd, en als ik zou willen zou ik een gevaarlijk virus kunnen ontwikkelen dat veel meer schade zou veroorzaken dan zij allebei ooit zouden kunnen. Maak je geen zorgen,ik ga het niet doen! Maar niemand komt op het idee om van wetenschappers te eisen dat zij een vergelijkbare eed als artsen afleggen.
Een ander zwak punt: Niemand praat over het feit dat gevaarlijk gain-of-function-onderzoek online wordt gepubliceerd. Deze informatie is gratis beschikbaar voor elke schurkenstaat met een virologielaboratorium, gefinancierd door Amerikaanse en Europese belastingbetalers. Verantwoordelijkheid eindigt niet bij publicatie. Maar de GSV ziet het kennelijk anders. Dit document lijkt op dat van de Amerikaanse Vereniging voor Microbiologie, die er alles aan heeft gedaan om beperkingen op dergelijk onderzoek te voorkomen. Als ik het document zou moeten beoordelen, zou het maximaal een 4 krijgen. En dat is nog genereus.
Zullen we ooit weten waar SARS-CoV-2 vandaan komt?
Alleen als de inlichtingendiensten onthullen wat ze weten. Westerse inlichtingendiensten, vooral die van de VS en Duitsland, moeten hun gegevens onthullen. Het gaat niet langer om nationale veiligheid, maar om 20 miljoen doden, longcovid en geruïneerde levens. Als ze betrouwbare informatie hebben, zijn ze het publiek verantwoording schuldig.
Helaas zal China nooit meewerken. Opvallend is dat we meer vleermuis-coronavirussen hebben die lijken op SARS-CoV-1 dan op SARS-CoV-2,ondanks dat SARS-1 slechts ongeveer 800 mensen doodde. Waarom vinden we geen naaste verwanten van SARS-CoV-2? Omdat niemand dit werk wil doen—vooral niet in Zuid-China.
Ze zijn bang voor wat ze zouden kunnen vinden. Dat zegt veel.
Moet ’The Proximal Origin of Sars-CoV-2’ (het Nature Medicine-artikel, red.) worden ingetrokken?
Ja. Absoluut. Hetzelfde geldt voor het Lancet-artikel (Calisher et al., 2020). Deze artikelen waren geen echte wetenschappelijke bijdragen. Ze dienden een narratief, niet de werkelijkheid. Maar intrekkingen zijn zeldzaam omdat ze lijken op een schuldbekentenis. Auteurs trekken hun artikelen meestal vrijwillig in—bijna niemand wordt gedwongen dit te doen. En deze artikelen werden gepubliceerd in Nature Medicine en The Lancet—je wilt niet dat dit van je cv verdwijnt.
Het gaat niet om straf. Het gaat om verantwoordelijkheid. Iedereen die de wereld heeft misleid tijdens een pandemie zou niet zomaar stil mogen verdwijnen. Je moet artikelen intrekken. En fouten toegeven.
Welke rol speelden de grote tijdschriften zoalsNature, Science, The Lancet?
Ze zijn onderdeel van het wetenschappelijke establishment. Ze willen dicht bij NIH-directeuren en grote financiers blijven. Naar verluidt hebben zij vanwege een gebrek aan harde gegevens geen lab-theorie-artikelen gepubliceerd, maar ze waren snel met het publiceren van zwakke artikelen die de hypothese van natuurlijke oorsprong ondersteunden.
Voorbeeld: Cell publiceerde onlangs een artikel over natuurlijke oorsprong. Het was wetenschappelijk zwak,maar ze publiceerden het om de wetenschap politiek te beschermen. Dat is begrijpelijk: autoritaire regimes vallen wetenschappers aan. Maar in dit geval was het een fout. Wetenschap wordt beschermd door transparantie, niet door propaganda.
Wat zouden wetenschap en journalistiek hiervan moeten leren?
De les is eenvoudig: Openheid is onze enige bescherming. Wetenschap is ingewikkeld. Maar je verschuilen achter jargon, juridische argumenten of prestige is niet het antwoord. Als wetenschappers het publiek eerlijk en open hadden benaderd, zou er vandaag minder wantrouwen zijn.
We zijn geen goden. We staan niet boven kritiek. En als we met journalisten praten, zou het op gelijke voet moeten zijn. Twee mensen aan tafel die proberen de wereld een beetje beter te begrijpen.
Dank je voor het gesprek.
