mei 2, 2022

Zwangere vrouwen

mei 2, 2022

Het Artsen Collectief neemt alle waarschuwingen betreffende de mogelijke risico’s op bijwerkingen voor zwangere vrouwen serieus in overweging. Met de huidige hoeveelheid meldingen bij het Lareb, Vaers (FDA/CDC) en het ‘Yellow Card’-systeem in het Verenigd Koninkrijk, is er alle grond om secuur na te denken over welke groepen op dit moment blootgesteld zouden moeten worden aan vaccinatie tegen Covid-19.[1]

Zo vinden wij bijvoorbeeld de bevinding dat er bij dierproeven residuen van het vaccin terug werden gevonden in de ovaria, in de huidige fase zeer van belang.[2] We zijn in Nederland gewend iedere aanwijzing van teratogenese (ontstaan van misvormingen tijdens de embryonale ontwikkeling) of onbekendheid met een middel op dat gebied zeer serieus te nemen. Zo wordt zwangere vrouwen normaliter vrijwel alle medicamenten afgeraden behalve wanneer er sprake is van een onderliggende ziekte die qua mogelijke schade opweegt tegen de mogelijke (zeer vaak onbekende, niet onderzochte) bijwerkingen. De bevinding dat er bij dierproeven residuen van het vaccin in onder andere de ovaria terug te vinden zijn, zou de medische wereld zeer serieus moeten nemen.[3]

Vruchtbaarheid en miskramen

Of er wel of geen effect op de vruchtbaarheid is bij de mens, is op deze termijn nog niet te beoordelen. Van subfertiliteit wordt pas gesproken nadat na twaalf maanden proberen een zwangerschap uitblijft. Hierover zijn nu dus nog geen gegevens bekend.[4] Het ACC vindt dit een belangrijk punt en roept op tot onderzoek in zowel dierstudies als bij mensen. Het lijkt meer dan gerechtvaardigd om op basis van het EMA-rapport voorzichtigheid te betrachten.

De meldingen van de afgelopen maanden bij het Amerikaanse bijwerkingensysteem VAERS laat mogelijk een trend zien van meer miskramen en vroeggeboortes bij vrouwen die gevaccineerd zijn. Ook dit zou per direct een reden moeten zijn om het vaccineren van zwangere vrouwen voorlopig te staken en verder onderzoek af te wachten. Wij vinden het zorgelijk dat er niet meer wordt aangedrongen op Lareb-meldingen. Een gestructureerde follow-up van de vaccinatie-effecten ontbreekt in Nederland. Het is aan de behandelend arts om iets te labelen als “mogelijk veroorzaakt door vaccinatie”. Het feit dat slechts een kleine minderheid van alle Lareb-meldingen door artsen wordt gedaan, wijst er mogelijk op dat artsen dat vaker niet dan wel doen. Ons inziens zou iedere opvallende bevinding in de maanden na vaccinatie bij het Lareb gemeld moeten worden zodat er vervolgens onderzoek gedaan kan worden naar een eventueel causaal verband.

Met medische indicatie

In juli 2021 kwam in het nieuws dat zwangere vrouwen een 2,5 keer grotere kans hebben om door Covid-19 op de ic te komen dan niet-zwangere vrouwen in dezelfde leeftijdscategorie. De cijfers die dit risico onderbouwen, komen uit verschillende  internationale studies waaraan merendeels vrouwen meededen die zorg kregen in het ziekenhuis (of te wel een subpopulatie zwangeren met een onderliggend risico).[5], [6] , [7], [8] Ernstige ziekte door het Sars-Cov2-virus bleek  geassocieerd met bepaalde risicofactoren en complicaties van de zwangerschap (hoger BMI >35; hogere maternale leeftijd; niet-Westerse afkomst en onderliggende ziekten).  De studies beschrijven niet duidelijk wat de doorslag gaf voor de ic-opnames: de ernst van de symptomen van Covid-19 of de onderliggende comorbiditeit of zwangerschapscomplicaties. Er waren tevens wat  kanttekeningen bij de studies waardoor de resultaten voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden. In sommige zorgsystemen is de drempel voor interventies als beademing en voor ic-opname voor zwangeren mogelijk lager. Verder hadden sommige studies  beperkingen door misclassificatie, een scheve verdeling  in de populatie of missende data.[9]

Ook al lijkt een verhoogd risico op ic-opname bij zwangere vrouwen ten opzichte van niet-zwangere leeftijdgenoten reëel, zwangere vrouwen hebben een klein absoluut risico op een ernstig verloop van Covid-19. Het RIVM stelt na meerdere updates van haar richtlijn, dat “zwangere vrouwen geen verhoogd risico te hebben om geïnfecteerd te worden met SARS-CoV-2.”[10]

Ziekenhuisopname

Wanneer we kijken naar het risico op ziekenhuisopname en ic-behandelingen aan de hand van de Nederlandse NethOSS/Perined registratie[11] zien we het volgende:

In een periode van 19 maanden (maart 2020 tot oktober 2021) zijn er 9506 meldingen  gedaan van zwangere vrouwen met een bewezen Covid-19-infectie. Van 8434 vrouwen werd aanvullende informatie verkregen. In totaal waren er 846 (10%) ziekenhuisopnames tijdens de zwangerschap of postpartum (na de bevalling). Vier op de tien vrouwen die in het ziekenhuis terecht kwamen, hadden klachten passend bij Covid-19. De meest genoemde klachten waren hoesten, koorts en griepverschijnselen. In totaal werden 66 zwangere vrouwen -met en zonder Covid-19- opgenomen op de ic en 55 op de obstetrische ‘high care’ (hc) (121/8434 = 1,7%).

NethOSS schrijft op haar site (niet COVID-19-gerelateerd) ‘Uit onderzoek blijkt dat in ongeveer 0,71% van de zwangerschappen er ernstige complicaties optreden. Dat komt neer op jaarlijks ongeveer 1200 vrouwen die getroffen worden door een ernstige complicatie’.[12]

Hieruit  kunnen we afleiden dat het percentage van 1,7% high care (hc)/ic-opnames  van gemelde zwangeren met een positieve Covid-19-test in de NethOSS/Perined-registratie een overschatting zal zijn voor de hele populatie van zwangere vrouwen. Want in werkelijkheid zijn er veel meer besmettingen met het SARS-CoV-2-virus. Het is bekend dat twee derde van alle besmettingen bij zwangere vrouwen asymptomatisch verloopt (RCOG, 2021).

Als we terugrekenen naar een jaar registratie van gemelde Covid-19-ziektegevallen in NethOSS, zien we dat de absolute percentages ziekenhuis- en hc/ic-opnames voor de gemiddelde Nederlandse zwangere vrouw lager liggen. Nederland telt jaarlijks circa 170.000 zwangerschappen. In negentien maanden tijd werden 846 vrouwen met een positieve coronatest opgenomen in het ziekenhuis, al dan niet met symptomen en om verschillende redenen. Omgerekend naar een jaar is de kans om opgenomen te worden met Covid-19 voor een Nederlandse zwangere vrouw 534/170.000 ongeveer 0,3%, ofwel 3 op de 1000. Hiervan komt 17% op de ic. Maar de absolute kans voor de gemiddelde Nederlandse vrouw om op de hc of ic terecht te komen is  91/170.000 (0,05%), ofwel 1 op de 2000.

Er is tot de zomer van 2021 geen overlijden aan corona tijdens zwangerschap of postpartum geregistreerd volgens het RIVM.[13]

Het nadeel van de wijze waarop internationale studies en ook Nethoss/Perined de risico’s rapporteren aan de hand van een proportie van ziekenhuispopulaties, ziekenhuisopnames en gemelde Covid-19-gevallen, is dat vooral het gevaar en de risico’s voor zwangere vrouwen worden benadrukt. Het relatieve risico op een ic-opname, dat is geassocieerd met comorbiditeit en bepaalde risicofactoren voor de zwangerschap, wordt gepresenteerd als een  risico voor álle zwangere vrouwen, terwijl dat risico voor gezonde zwangere vrouwen en vrouwen met een gezonde leefstijl helemaal niet zo groot is. Dit is onnodig beangstigend voor aanstaande ouders.

Wij vinden het belangrijk dat de publieksvoorlichting gericht is op de hele groep zwangere vrouwen. En op de mogelijkheden die vrouwen zelf hebben om zich te beschermen tegen ernstige ziekte door Covid-19.

Vaccin niet zomaar “veilig”

Zeker in geval van vaccinadvies is het zeer van belang om te weten wat de comorbiditeiten waren van de opgenomen zwangere vrouwen. Betreft dit ook merendeels specifieke risicogroepen zoals bekend voor Covid-19? Bijvoorbeeld vrouwen met een hoog BMI, astma, chronische hartziekten, immunosuppressief medicatiegebruik, et cetera?

Het advies van het RIVM en de geboortezorgorganisaties NVOG en KNOV[14] is dat zwangere vrouwen zich laten vaccineren tegen het Sars-Cov2-virus. Pfizer en Moderna zouden ‘veilig’ gegeven kunnen worden tijdens de zwangerschap. Op basis van bestaande wetenschappelijke onderzoeken kunnen we echter niet zomaar stellen dat deze mRNA-vaccins veilig zijn voor zwangere vrouwen en hun ongeboren kinderen. Allereerst spreekt het onderzoek van Shimabukuro et al. in de NEJM[15] waarop dit standpunt is gebaseerd, over voorlópige bevindingen. Het onderzoek wordt pas afgerond in februari 2022. Van 872 van de 3.958 zwangere vrouwen die meededen aan het onderzoek zijn de uitkomsten bekend. 85% van hen ontving Pfizer of Moderna in het derde trimester. Van de 3.958 bereikte gevaccineerden tussen 14 december 2020 en 28 februari 2021 lijken 1.132 in het eerste trimester, 1.714 in het tweede trimester en 1.019 in het derde trimester hun vaccinatie gekregen te hebben. Van de 3.958 zwangere vrouwen hadden er bij contacteren 827 een “completed pregnancy” waarvan 712 levend geborenen. In totaal 115 vrouwen hadden een ‘incomplete pregnancy, waarvan 104  spontane abortus, 1 doodgeboren baby en 10 bewust afgebroken zwangerschappen. De rest (3131) was nog zwanger. Aan de hand van de voorlopige bevindingen van deze studie kon niet worden vastgesteld of een injectie met Pfizer of Moderna bij zwangere vrouwen leidde tot miskramen of ernstige bijwerkingen. Maar, zoals de onderzoekers zelf ook duidelijk aangeven, er is nog niets bekend over de voor- of nadelen op de langere termijn.

Voor nu lijkt de conclusie dat er 104 miskramen voorkwamen in een groep van 1132 vrouwen die in het eerste trimester van de zwangerschap gevaccineerd werden. Deze miskramen kunnen niet worden aangemerkt als veroorzaakt door de vaccinatie, maar zullen qua percentages moeten worden afgezet tegen het normaal aantal miskramen per trimester. Als er follow-up-data over een langere termijn verschijnen, kan het totaal aantal spontane abortussen bepaald worden over de hele groep van 3958 vrouwen. Het totaal kan dan ook worden uitgesplitst naar de 1132 in het eerste trimester, de 1714 in het tweede trimester en de 1019 in het derde trimester gevaccineerden.

Er kwam kritiek op deze studie en de manier waarop de data gepresenteerd werden. Ons inziens is het echt nog afwachten wat de werkelijke percentages complicaties per trimester zijn.[16]

Zorgt het vaccin voor betere uitkomsten?

Dit is wat er nu bekend is. Het wachten is op alle data die hopelijk als open source gedeeld zullen worden. In afwachting daarvan is het ook belangrijk een andere zeer essentiële vraag te beantwoorden: zorgt het toedienen van Pfizer- en Moderna-vaccinsvoor betere uitkomsten? In ons dagelijkse werk kiezen we ervoor om een medische interventie te doen omdat dit voor betere uitkomsten zorgt, en niét omdat het veilig is om de interventie te doen.

Of zwangere vrouwen die Pfizer of Moderna hebben gehad, daadwerkelijk minder risico hadden om ernstige Covid-19 te krijgen, is op dit moment nog onbekend.

Op basis van deze gegevens vinden wij het moeilijk verdedigbaar een vaccin voor te schrijven waarvan én niet is aangetoond dat de opnamecijfers of complicaties als gevolg van de ziekte waartegen het wordt gegeven er lager door worden, én niet is aangetoond dat het vaccin tijdens een zwangerschap veilig is voor moeder en kind. Daar ontbreken simpelweg de data op de langere termijn (meer dan een jaar) voor.

Daarnaast vragen wij ons af hoe het komt dat er in de eerste golf in voorjaar 2020 zo weinig zwangere vrouwen werden opgenomen ten opzichte van het najaar van 2020? Zouden angst, afgenomen afweer en conditie als gevolg van maatregelen, stress of verandering in kwaliteit van zorgverlening daar mede een rol kunnen spelen?

Feit is dat een klein deel van de zwangere vrouwen vervelend ziek wordt als gevolg van Covid-19. Ook is er een kleine  kans dat een doorgemaakte Covid-19-infectie gevolgen voor de foetus kan hebben. Dit pleit des te meer voor massaal onderzoek naar veilige, goedkope vroege behandelopties, die buiten het ziekenhuis en in oraal in te nemen vorm kunnen worden gegeven. En tevens voor doelgerichte preventie en zelfzorg voor alle zwangere vrouwen, met of zonder verhoogd risico op ernstige ziekte als gevolg van een SARS-CoV-2-infectie.

Ook hier geldt dat gezien de grote onbekendheid met de langetermijngevolgen, het generiek adviseren van vaccinatie aan de gehele groep mogelijk schadelijker zou kunnen blijken dan geïndividualiseerd beleid.

Bovenstaande analyse werd in eerste instantie geschreven (d.d. 28-11-2021) als reactie op Binkhorst et al. (2021). 
Reactie op punt 20 en 23 in: www.zorgvisie.nl/content/uploads/sites/2/2021/08/Overzicht-berichtgeving-ACC.pdf
Onze volledige reactie op het artikel van Binkhorst et al vind je hier: “Optimaliseer het beleid: voer met elkaar een open, respectvol gesprek over de inhoud” – Reactie op Zorgvisie

[1] https://www.scribd.com/document/511776042/Yellow-Card-Letter#download&from_embed
[2] https://www.naturalnews.com/files/Pfizer-bio-distribution-confidential-document-translated-to-english.pdf
[3] https://www.ema.europa.eu/en/documents/assessment-report/comirnaty-epar-public-assessment-report_en.pdf
[4] https://clinicaltrials.gov/ct2/show/NCT04748172
[5] Allotey, John et al. “Clinical manifestations, risk factors, and maternal and perinatal outcomes of coronavirus disease 2019 in pregnancy: living systematic review and meta-analysis.” BMJ (Clinical research ed.) vol. 370 m3320. 1 Sep. 2020, doi:10.1136/bmj.m3320
[6] Chinn, Justine et al. “Characteristics and Outcomes of Women With COVID-19 Giving Birth at US Academic Centers During the COVID-19 Pandemic.” JAMA network open vol. 4,8 e2120456. 2 Aug. 2021, doi:10.1001/jamanetworkopen.2021.20456
[7] Jering KS, Claggett BL, Cunningham JW, et al. Clinical Characteristics and Outcomes of Hospitalized Women Giving Birth With and Without COVID-19. JAMA Intern Med. 2021;181(5):714–717. doi:10.1001/jamainternmed.2020.9241
[8] Vousden N, Bunch K, et al. The incidence, characteristics and outcomes of pregnant women hospitalized with symptomatic and asymptomatic SARS-CoV-2 infection in the UK from March to September 2020: A national cohort study using the UK Obstetric Surveillance System (UKOSS). PLoS One. 2021 May 5;16(5):e0251123. doi: 10.1371/journal.pone.0251123.
[9] https://www.rcog.org.uk/globalassets/documents/guidelines/2021-08-25-coronavirus-covid-19-infection-in-pregnancy-v14.pdf
[10] https://lci.rivm.nl/zwangerschap-werk-en-covid-19 versie september 2021
[11] https://www.nvog.nl/actueel/registratie-van-covid-19-positieve-zwangeren-in-nethoss
[12] https://www.perined.nl/onderwerpen/nethoss
[13] zie COVID-19_WebSite_rapport_wekelijks_20210831_1259_correct.pdf (rivm.nl) Tabel 28 op pag 80
[14] https://www.nvog.nl/wp-content/uploads/2021/07/Standpunt-NVOG-Vaccinatie-COVID-19-zwangerschap.pdf
[15] https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa2104983
[16] Brock A., Thornley S. Spontaneous abortions and policies on COVID-19 mRNA vaccine use during pregnany. Science, Public healthpolicy and the law, Vol 4:130-143, nov 2021

Spread the love

Steun ons, word vriend!
Vindt u de artikelen van Artsen Collectief waardevol? Word dan vriend. Gratis! Als vriend krijgt u onze maandelijkse nieuwsbrief, kunt u suggesties doen aan ons redactieteam en blijft u op de hoogte van alle ontwikkelingen!
Samen staan we sterker. Van angst terug naar vertrouwen!

Disclaimer: Het Artsen Collectief is niet verantwoordelijk voor de inhoud op de genoemde pagina’s van externen waar naar verwezen wordt. Het delen van een pagina betekent niet dat het Artsen Collectief alle opvattingen deelt. Het Artsen Collectief ondersteunt het inwinnen en delen van (medische) informatie zonder censuur om een open gesprek / wetenschappelijke discussie te stimuleren.