apr 11, 2024

Zwitsers strafrechtadvocaat: Nieuwe WHO-regelingen worden in feite bindend voor de lidstaten

apr 11, 2024

Vanwege de impact op de nationale soevereiniteit roept het Artsen Collectief de Tweede Kamer dringend op om de regering bij de aankomende vergadering van de WHO in Genève eind mei 2024 niet te laten instemmen met de WHO-pandemische instrumenten, het Pandemisch verdrag en de amendementen op de WHO-IHR (Internationale Gezondheidsregeling).

De Zwitserse jurist Philipp Kruse, bekend van zijn encyclopedische aanklacht tegen het Zwitserse Geneesmiddelenbureau Swissmedic oordeelt dat de nieuwe of aangevulde instrumenten van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO verschillende clausules bevatten die ze in feite bindend maken voor de lidstaten. En dat als gevolg daarvan een deel van de soevereiniteit van lidstaten verloren gaat.

“Naar mijn mening moet het worden gezien als een teken van het opgeven van de soevereiniteit.”


Philipp Kruse, Zwitsers strafrechtadvocaat met meer dan 25 jaar ervaring.

In een interview met Jan Jekielek van de Epoch Times  beschrijft hij drie plaatsen waar in de aanpassingen van de Internationale Gezondheidsregeling (IHR) lidstaten zich contractueel binden om de aanbevelingen van de WHO te volgen in het geval van een “pandemie”.


“Parties commit” op verschillende plaatsen in de voorgestelde IHR: Landen verbinden zich.

“Als juristen begrijpen wij wat daarmee wordt bedoeld.”

Kruse: In Artikel 1, bij de definities, in Artikel 13A, en vervolgens in Artikel 42, staat: “De lidstaten zijn onderworpen aan en verbinden zich ertoe….” in zeer duidelijke taal. Ik begrijp niet hoe je dan op het idee kunt komen dat ieder land nog steeds zijn eigen oplossing kan hebben.

Voorheen, dus vóór de nu voorgestelde wijzigingen, stond in Artikel 1 bij definities dat de adviezen niet-bindend zijn.

Kruse: …maar deze woorden, niet-bindend, zijn doorgestreept. Nu staat er: “Permanente aanbevelingen betekenen advies van de WHO.”
Dat is misschien niet zo sterk, maar een sterke bewoording hebben we wel in Artikel 13A, lid 1.
Daar staat: “De staten die partij zijn, verbinden zich ertoe de aanbevelingen van de WHO te volgen in hun internationale volksgezondheidsreactie.” Kijk naar de zin, “verbinden zich om onze bepalingen te volgen”. Als juristen begrijpen wij wat daarmee wordt bedoeld. Zonder enige twijfel verplichten wij onszelf. Het is een internationale wettelijke verplichting.

Het derde voorbeeld betreft Artikel 42.

Kruse: …dat zegt: “De gezondheidsmaatregelen die in het kader van deze regelgeving worden genomen, zullen onverwijld worden geïnitieerd en voltooid, inclusief aanbevelingen.” Ik weet niet wat u verstaat onder “zullen onverwijld worden geïnitieerd en voltooid” maar voor mij klinkt het als een militair bevel.

Dit zijn de drie bronnen waarnaar ik verwijs. Die laatste zin staat nog steeds in de meest recente onofficiële versie – “zullen onverwijld worden geïnitieerd en voltooid”. Uit deze formulering moeten we concluderen dat deze aanbevelingen duidelijk juridisch bindender zullen worden dan voorheen. Dit is onze zorg.

In het parlementaire debat van 10 april 2024 over de deze twee instrumenten verklaarde minister Pia Dijkstra van Medische Zorg (D66) dat onderhandelingen weliswaar nog niet zijn afgerond, maar nu gaan over details en niet meer over de hoofdlijnen.

Maar iedereen die ooit bij contractonderhandelingen betrokken is geweest beseft dat de nuances van een tekst diepgaande gevolgen kunnen hebben voor de betekenis. The devil is in the details. Vandaar dat in de IHR-richtlijnen zelf (Art. 55 lid 2) staat dat er een viermaandstermijn is tussen het indienen van amendementen en de stemming erover. Deze periode hebben lidstaten nodig om zich te buigen over de gevolgen van de voorgestelde amendementen. Deze termijn is inmiddels al ruimschoots verstreken. Een stemming over de IHR-amendementen is daardoor niet rechtsgeldig en kan worden aangevochten bij het Internationale Strafhof in Den Haag.

WHO-adviezen worden door rechtbanken als leidend beschouwd

De Amerikaanse interviewer, Jan Jekielek, wijst Kruse erop dat in de Verenigde Staten verkozen functionarissen zich tijdens de pandemie vaak hielden aan het advies van de CDC (Centers for Disease Control & Prevention, te vergelijken met het Nederlandse RIVM) of van de WHO. Technisch gezien was het slechts een advies, maar democratisch gekozen functionarissen en bedrijven accepteerden het als een wet.

Kruse: Bedankt dat u erop wijst. Want als advocaat heb ik deze ervaring ruim 25 keer bij de rechtbank gehad. Ze zeiden precies wat u net zei.
Ten eerste zeiden ze: “In tijden van pandemieën moeten de bevoegde autoriteiten een grotere mate van discretionaire bevoegdheid krijgen bij hun besluitvorming”.
Nummer twee: “Zolang zij de aanbevelingen van de WHO volgen, hebben wij als rechtbanken geen reden om een juridische herbeoordeling uit te voeren.”
Met andere woorden: dit is precies wat u zegt. De rechtbank beschouwt het [advies] als juridisch bindend, omdat er sprake is van een pandemie.
 

Dat betekent dat zolang de WHO de speciale status van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang handhaaft, onze politici en onze rechtbanken zullen afzien van hun eigen zorgvuldige beoordeling en zich zullen houden aan wat er is aanbevolen. Dit maakt het zo gevaarlijk. Dit is de reden waarom het juridisch bindender maken ervan absoluut moet worden afgewezen. Naar mijn mening moet het worden gezien als een teken van het opgeven van de soevereiniteit. 

Directeur-generaal van de WHO kan op elk moment een ‘Public Health Emergency of International Concern’ – een dreiging van een pandemie – uitroepen

In het debat in de Tweede Kamer op 10 april 2024 verklaarde minister Dijkstra dat de directeur-generaal van de WHO een netwerk van wetenschappelijke adviseurs heeft dat hij raadpleegt voordat hij een Public Health Emergency of International Concern uitroept. Feit is echter dat de directeur-generaal geen enkele democratische verantwoording hoeft af te leggen om deze noodtoestand uit te roepen, en de WHO sterk wordt beïnvloed door private en politieke belangen. Ook is er geen mechanisme in de nieuwe instrumenten ingebouwd om de WHO te dwingen de pandemie-toestand te beëindigen. 

Clausule voor beperking van vrijheid van meningsuiting toont aan dat de IHR-aanpassingen geen kleine technische wijzigingen zijn

In de amendementen van de IHR is een nieuwe clausule verschenen die lidstaten oproept om “valse en onbetrouwbare informatie” over maatregelen te bestrijden. Deze roep om het controleren van een “infodemic” lijkt in tegenspraak te zijn met het Eerste Amendement in de Verenigde Staten en diens tegenhanger in Zwitserland.

Amendement in artikel 44 van de IHR spreekt van het bestrijden van valse en onbetrouwbare informatie.

Artikel 18 van het nieuwe Pandemische instrument spreekt ook van het bestrijden van desinformatie en misinformatie.
Maar wie bepaalt wat dat is? In de afgelopen jaren hebben we gezien dat dit vooral door de overheid ongewenste informatie was.

 

Jekielek: Ik kan me voorstellen dat dit aanleiding zou geven tot onmiddellijke constitutionele problemen als deze zaken zouden worden aangenomen.

Kruse: Dat is volkomen juist. Dit is een van de grondbeginselen van onze democratische grondwetten. Als je dat wegneemt, kun je per definitie geen democratie hebben, als je geen vrijheid van meningsuiting hebt en geen vrije toegang tot informatie. Mensen kunnen niet tot de juiste beslissingen komen voor democratische maatregelen, maar dit geldt ook in de wetenschap. Er kan dan geen echte wetenschap bestaan. Er kan dan geen eerlijke, rechtvaardige wetenschap bestaan. Daarom hebben we in Zwitserland, Oostenrijk en Duitsland een duidelijke rechtspraktijk die ons vertelt dat de vrijheid van meningsuiting een grondbeginsel van onze grondwet is. Als de vrijheid van meningsuiting wordt aangevallen, is dit een bewijs dat de wijzigingen in de internationale gezondheidsregels (IHR) niet slechts kleine, technische wijzigingen in een interne regelgeving zijn. In plaats daarvan zijn ze een vrije manier voor de WHO om de fundamentele grondbeginselen van onze grondwetten op elk moment op te kunnen schorten. Als we dat uit handen geven en dat in deze overeenkomsten laten gebeuren, is het onmogelijk om dat terug te draaien. Het zal onmogelijk zijn om de WHO ter verantwoording te roepen. Daarom moeten we er absoluut alles aan doen om dit te voorkomen. De eerste stap is om dit aan de wetgevers uit te leggen en hen te vertellen: “Je mag deze grondbeginselen van onze grondwet niet weggeven, zelfs niet één grondbeginsel.”

Het Artsen Collectief roept de Tweede Kamer op om de regering bij de aankomende vergadering van de WHO in Genève, eind mei 2024 niet te laten instemmen met de WHO-pandemische instrumenten, inclusief de amendementen op de IHR.

Spread the love

Steun ons, word vriend!
Vindt u de artikelen van Artsen Collectief waardevol? Word dan vriend. Gratis! Als vriend krijgt u onze maandelijkse nieuwsbrief, kunt u suggesties doen aan ons redactieteam en blijft u op de hoogte van alle ontwikkelingen!
Samen staan we sterker. Van angst terug naar vertrouwen!

Disclaimer: Het Artsen Collectief is niet verantwoordelijk voor de inhoud op de genoemde pagina’s van externen waar naar verwezen wordt. Het delen van een pagina betekent niet dat het Artsen Collectief alle opvattingen deelt. Het Artsen Collectief ondersteunt het inwinnen en delen van (medische) informatie zonder censuur om een open gesprek / wetenschappelijke discussie te stimuleren.