Eind augustus meldden wij dat wij z.s.m. zouden reageren op een kritisch artikel van een aantal medisch professionals over ons Artsen Collectief op de website van Zorgvisie.
Wij zijn hun verhandeling, bestaande uit 16 pagina’s met 35 punten, aan het voorzien van een gedegen, inhoudelijk onderbouwde reactie. Vooruitlopend op de ’35 punten’ hebben wij vandaag een ‘inleidende tekst’ gestuurd naar Mathijs Binkhorst, kinderarts-neonatoloog, en daarbij de redactie van het blad Zorgvisie én het NRC. In het kader van de openheid delen wij onze inleidende tekst ook via onze website en attenderen hierop via onze socials. Wij nodigen onze vakgenoten en het publiek uit kennis te nemen van deze tekst.
Inleidende reactie op Binkhorst et al
Allereerst willen wij Binkhorst cum suis danken voor de grote moeite die zij zich getroost hebben zich te verdiepen in een kwestie die onze maatschappij zo langdurig en op zulke essentiële punten raakt. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar helaas zijn er niet veel collega’s die deze inspanning leveren.
Zelfs medici en aanverwante wetenschappers nemen maar al te vaak klakkeloos het overheidsbeleid over zonder enige kritische beschouwing of onderling overleg.
Alleen door kritisch te kijken naar elkaars stellingnames en conclusies kunnen we samen in een open dialoog tot verandering en uiteindelijk tot een beter en breder gedragen beleid komen. Hierbij willen wij onderstrepen dat, waar wij uitgaan van de oprechtheid van de zorgen over de huidige crisis en de wens te streven naar een optimale volksgezondheid bij de auteurs van het Zorgvisieartikel, het niet meer dan normaal is dat zij dat omgekeerd ook zouden doen. De aanmatigende en bij vlagen haast denigrerende toon van het stuk doet af aan de inhoudelijke discussie die zij toch op gang lijken te willen brengen. Dit geeft geen pas in een ernstige crisis als de huidige, waarbij het door ons gevoelde morele appel dusdanig groot is dat wij onze normaliter ingetogen en afwachtende houding als medici lieten varen en de stap naar de publieke arena genomen hebben.
Het rectificeren van die delen tekst zou de auteurs sieren.
Wat de auteurs ‘het eenzijdige belichten van de stukken’ noemen, zien wij anders.
Wij plaatsen deze berichten vanuit onze invalshoek – zo werkt dat in de dialectiek – en vanuit de zorgen die wij hebben over de gevolgen van het overheidsbeleid. Deze informatie is degelijk wetenschappelijk onderbouwd en vormt een geluid dat sterk ondervertegenwoordigd is in het publieke debat en de media.
Door de eenzijdige stelligheid waarmee maatregels worden geponeerd, ontstaat volgens ons bij de massa te gemakkelijk het idee dat het overheidsbeleid altijd hout snijdt, gefundeerd en werkzaam is en dat er geen andere opties zijn.
Het ‘overheidsperspectief’ laat geen andere inzichten toe en ook de media laten weinig andere geluiden horen.
Ons verschil in visie ligt in een andere weging van de dreiging die voortkomt uit de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus. Daarbij zien wij vooral een capaciteitscrisis in de zorg, naast een syndemie met de pandemie van welvaartsziekten in onze huidige wereld.
Wij vinden het schadelijk dat het falende zorgbeleid van de afgelopen decennia wordt gebruikt als beweegreden voor het langdurige inperkingen van grondrechten en ondemocratische wetswijzigingen.
Zelfs recent nog werd de intensieve zorg verder afgeschaald en zijn de CAO-salarisonderhandelingen van verpleegkundigen muurvast gelopen.
In dat licht is het interessant om te zien dat de wereldwijde burgerjournalistiek, die de afgelopen maanden sterk in opgang is, vaak accurater blijkt te zijn.
Zie bijvoorbeeld sites zoals Doctors 4 Covid Ethics, the HART group, open VAERS data, PANDATA, CEBM- Covid-19 en the Great Barrington declaration.
Via deze sites en diverse media werden begin 2020 al zaken belicht die pas de laatste maanden tot het overheidsbeleid doordringen. Denk aan de verspreiding via aerosolen en daarmee het belang van goede ventilatie, het belang van T-cel-immuniteit en kruisreactiviteit met de eerdere corona-uitbraken, of de averechtse, ongezonde werking van het onjuist gebruiken van mondneusmaskers. Aan een onderwerp als het belang van natuurlijke immuniteitsopbouw, waar onder meer wij al langer op wijzen, wordt pas sinds kort meer aandacht in de reguliere kanalen gegeven.
Vanuit een medisch-ethisch perspectief voelen wij ons genoodzaakt om dit gefundeerde ‘andere geluid’ over het voetlicht te brengen, zodat de beschikbare informatie op basis waarvan men beslissingen neemt completer is. Als de bestaande medische instanties en mediaplatforms deze genuanceerde en volledige informatie vanaf het begin hadden gegeven, zou er geen reden voor ons zijn om deze taak op ons te nemen. Helaas ontbreekt deze inspanning tot verbreding en verdieping van de informatievoorziening nog steeds.
Intrigerend is in dat licht het WOB-verzoek uit 2020 van Jan van der Zanden, oud-CBS directeur, dat bewijst dat de kamer al in maart 2020 op de hoogte was van de zeer grote maatschappelijke schade c.q. kostenpost die het maatregelenbeleid zou veroorzaken.
Ook was in maart 2020 bekend dat de geschetste gemiddelde IFR van 3.4% waarop de WHO de pandemiestatus uitriep, onjuist was en gemiddeld meer dan een factor 10 lager lag.
Tevens was vanuit Chinese papers ook begin 2020 al duidelijk, dat niet de gehele bevolking in gelijke mate vatbaar was voor ernstige Covid-19.
De aanklacht dat het ACC ‘tegen iedere overheidsmaatregel’ ageert, valt ons op. Als medici staan wij net als het RIVM uiteraard voor zinnige maatregelen van hygiëne, thuisblijven bij klachten, goede ventilatie, het testen in de medische setting bij aanwezigheid van klachten, en het vaccineren van risicogroepen met een bewezen effectief vaccin.
Uit eerder wetenschappelijk onderzoek was bekend dat de ingrijpende ‘non pharmaceutical interventions’ (NPI’s) zoals lockdowns, slechts een klein verschil maken en pas mogelijk zijn onder enige vorm dwang. Zie WHO NPI for Influenza, een review uit november 2019.
Wat opvalt is dat de kritiekpunten van Binkhorst c.s. met name de vaccinaties betreffen. Bij de aandragen punten ter verdediging van de huidige ‘warp speed’-vaccinatiecampagne hebben wij zeer grote zorgen. De stelling dat de vaccins voldoende onderzocht zijn om in zo’n snel tempo aan de meerderheid van de bevolking aan te bieden als zijnde effectief in ‘het verslaan’ van dit virus, bestrijden wij ten zeerste.
Waar Binkhorst c.s. schrijven dat op basis van onderzoeken bepaalde gevolgen zoals bijwerkingen ‘zeer onwaarschijnlijk’ zijn, nemen wij alle waarschuwingen serieus in overweging. Omdat al te vaak ‘onwaarschijnlijke gevolgen’ in de praktijk veelvuldig voor blijken te zijn gekomen.
Wij zien in de ‘tegenreacties’ op onze punten vaak een verkrampt perspectief, waarin iedere andere mening wordt afgedaan als kwalijk, soms zelfs spottend. Neem bijvoorbeeld een reactie bij punt 30 in het stuk van Binkman et al. Dit is een reden dat maar weinige leden van het Artsen Collectief openlijk kunnen of willen uitkomen voor hun mening. Wij hebben de overtuiging dat mensen recht hebben op volledige informatie, zodat ieder voor zich een afgewogen beslissing kan nemen (informed consent).
Ons collectief is ontstaan doordat velen de afwezigheid van een open, publiek debat opmerkten, dat kritische vragen en twijfels ten opzichte van het overheidsbeleid niet getolereerd of gehoord werden en dat dit nog steeds het geval is. Inmiddels zijn wij uitgegroeid tot een tweeduizendtal bezorgde medisch professionals die, zonder financieel of ander gewin, de brede medische en maatschappelijke dialoog willen voeden om tot een optimaal beleid te komen rondom deze gezondheidscrisis.
Voor ons is duidelijk dat er verschillende visies zijn over hoe de volksgezondheid het beste gediend wordt. Dit biedt juist een grote kans om samen het beleid te optimaliseren, met respect voor elkaars mening en visie.
Daarvoor is een open dialoog op een respectvolle manier onmisbaar. Wij zullen daarvoor staan en nodigen ieder ander uit hieraan mee te bouwen.
Onze inhoudelijke reactie op de 35 punten zal binnenkort volgen.
Met vriendelijke groeten,
Het bestuur van het Artsen Covid Collectief
Nagekomen bericht: Op 3 december publiceerde wij onze inhoudelijke reactie op de 35 punten. Zie ‘Optimaliseer het beleid: voer met elkaar een open, respectvol gesprek over de inhoud‘.