“Covid is een microkosmos van misinformatie, belangenverstrengeling en censuur”
Eind 2023 verwelkomden wij ons nieuwe bestuurslid, bioloog en publicist dr. Maarten Fornerod (1963). Maar wie is hij? Tijd voor een interview.
Maarten, allereerst, wie ben je en waarom ben je actief in het Artsen Collectief?
Wie ik ben, tja, ik zou zeggen dat ik in de eerste plaats een nieuwsgierige en creatieve geest ben die geïnteresseerd is in puzzels en in het onbekende. Daarom ben ik denk ik wetenschapper geworden. Toen ik mijn studiekeuze maakte was DNA een grote en oplosbare puzzel. Ik blijf meestal weg van voor mij onoplosbare puzzels.
Onoplosbare puzzels?
Ja, hoe de wereld in elkaar zit bijvoorbeeld, daar heb ik mij lange tijd niet mee bezig gehouden. Ik las Vrij Nederland en was lid van de VPRO. Ik denk dat ik toen D’66 stemde, meestal. Ik was dus eigenlijk een soort links liberale Jan Modaal. Dat veranderde toen ik in mijn promotietijd in 1993 vier jaar naar de VS verhuisde, naar Memphis, het echte, onverdunde Amerika. Aan de oost- en westkust van de VS kan je er nog een Europese leefstijl op nahouden, maar in Memphis kwam ik op een andere planeet terecht. Als je in het hart van Amerika woont besef je dat Europa er politiek niet zo veel toe doet. Nederland werd gezien als een grappige vazalstaat – met als hoofdstad Denemarken – die uiteindelijk altijd in de pas loopt. Ik werd me ook meer bewust van de propaganda in de reguliere nieuwsmedia, die toen in de VS veel duidelijker merkbaar was dan in Nederland. Dat waren de jaren dat Clinton president was, dus midden jaren 90. Toen ik na bijna vier jaar weer naar Europa verhuisde, eerst vier jaar naar Duitsland en daarna terug naar Nederland, was mijn wereldbeeld sterk veranderd. Ik zag dat Nederland de hele tijd gewoon meedeed met internationale regelingen en oorlogen die in feite om macht en geld gingen, en niet om vrijheid en democratie zoals gepretendeerd werd.
Ben je zelf in militaire dienst geweest?
Nee, ik was dienstweigeraar, maar meer uit opportunisme dan uit pacifisme. Ik ben zeker bereid om te vechten, op een gegeven moment, maar niet op commando. Ik ben in die 18 maanden en 20 dagen begonnen met mijn promotieonderzoek.
Je onderzocht DNA?
Ja en nog steeds. Ik ben begonnen met het bestuderen van twee oncogenen die een rol hadden in leukemie, bloedkanker, bij kinderen. Maar ik was meer geïnteresseerd in de normale rol van die genen dan in de leukemie. Daar wisten we eigenlijk ook weinig van in ons lab. Dat basale onderzoek heb ik een hele tijd voortgezet, in de VS, in Duitsland en daarna ook op het Nederlands Kanker Instituut (NKI) in Amsterdam, waar ik een eigen lab begon. Na tien jaar verhuisde ik met mijn lab naar Erasmus MC waar ik nog steeds werk. Op het NKI ben ik mij gaan bekwamen in big data, wat verrassend goed bij mij bleek te passen. Als kind was mijn hobby namelijk computerprogrammeren. Ik was nachtenlang bezig om in BASIC of machinetaal programma’s te maken. Momenteel combineer ik big data-kankerstudies met statistische analyses om genetische patiëntrisico’s in kaart te brengen. Het meest recente project gaat over zwarte Amerikanen, en de vraag waarom die het zoveel slechter doen dan niet-zwarte mensen als ze bepaalde vormen van leukemie hebben. Daarnaast geef ik les aan (bio-) medische studenten en studenten nanobiologie.
Heb je vertrouwen in de wetenschap?
Ja en nee. Wetenschap als methode: ja. Dat is een ijzersterke manier om dingen uit te zoeken en te ontdekken. Kijk om je heen, heel veel technische en medische vooruitgang is te danken aan de wetenschappelijke methode. Wetenschap als autoriteit: nee. Dat is het eerste wat ik mijn studenten uitleg, gebruik wetenschap nooit als autoriteit, scherm nooit met iets als “wetenschappelijke consensus”. Want dat is een vals argument. Wetenschap gaat over aanwijzingen en logica – het is nooit een meerderheidsideologie. Of de meerderheid van de wetenschappers iets vindt is niet relevant, want de geschiedenis leert ons dat die meerderheid het heel vaak mis heeft. Juist de eenling met het goede idee of de slimme proef bepaalt uiteindelijk ons denken, niét de meerderheid.
Heeft de covidcrisis je manier van lesgeven veranderd?
Niet echt, ik probeer studenten altijd zelf te laten nadenken en ze weg te houden van ChatGPT. Ik leg in college tegenwoordig wel altijd het Ash-experiment uit, waar een proefpersoon als laatste een eenvoudige vraag moet beantwoorden , nadat zijn medestudenten (acteurs, maar dat weet de proefpersoon niet) allemaal het foute antwoord hebben gegeven. In dat experiment blijkt dat ongeveer 65% meegaat met het door de meerderheid gegeven foute antwoord. Dat is voor studenten belangrijk om te beseffen: dat dit natuurlijk menselijk gedrag is, om je aan te passen aan de meerderheid. Maar wat hoopvol is: 35% geeft wel het juiste antwoord. Ik zie het als mijn rol als docent om de studenten bij die 35% te laten horen. Om zich uit te spreken, ook als ze een minderheidsopinie hebben. Dat doet er echt toe: in het Ash-experiment blijkt de proefpersoon namelijk altijd wel het juiste antwoord te geven als een van de acteurs dat ook doet.
Hoe denk je over het huidige wetenschappelijke klimaat?
In mijn beleving is de wetenschap ziek. Niet als methode maar als instituut. Dat merk je aan alles. Aan de studenten met te weinig controle over hun studie of onderzoek omdat ze te veel regeltjes moeten volgen. Aan de manier waarop wetenschapsgeld wordt verdeeld en de manier waarop wetenschappers worden beoordeeld. Aan de problemen in het publicatiesysteem. Daarom is covid toch nog steeds zo’n belangrijk onderwerp: het is een microkosmos van misinformatie, belangenverstrengeling en censuur. Veel van de misstanden in de wetenschap zie je tot in het absurde vergroot in de covidcrisis, die daarom juist kan dienen als belangrijk leermoment voor de wetenschap als instituut.
Ben je hier optimistisch over?
Zeker. Er zijn veel mensen die dit inzien. Bovendien ben ik, sinds ik voor De Optimist schrijf, een gecertificeerd optimist.
Je spreekt je regelmatig uit over covid in de media, waarom?
Als wetenschapper heb ik de covidcrisis met toenemende verbazing gevolgd. Ik had het “geluk” al heel vroeg in de pandemie geïnfecteerd te worden, mijn vrouw nam het virus mee van een pizzaparty net na carnaval. Ik zat dus in de carnavalsgolf, samen met het hele gezin. Voor mij was covid een nare griep met veel hoofdpijn en verlies van reukvermogen. Toen we weer beter waren ging het land in lockdown. Het eerste verbazingwekkende voor mij als bioloog en wetenschapper was dat natuurlijke immuniteit totaal werd genegeerd. Het tweede was dat de mogelijke herkomst van het virus uit een lab niet mocht worden bediscussieerd in de media, terwijl ik als moleculair bioloog duidelijke aanwijzingen zag. Daarna kwamen de vaccins, die wij ook als familie met al natuurlijk verkregen immuniteit opgedrongen kregen. En vaccinaties voor kinderen die nauwelijks risico liepen. Op een gegeven moment moet je je verantwoordelijkheid nemen als wetenschapper:
If you have the privilege to know, you have the obligation to speak.
Wanneer was dat gegeven moment voor jou?
Toen de vaccinaties voor kinderen op tafel kwamen, eind 2021. Ik volgde de website van het Artsen Covid Collectief toen al, en ben toen gaan helpen met wetenschappelijk advies. Het Artsen Collectief, zoals het nu heet, bleek een groep verstandige en integere mensen met daar omheen een netwerk van vrijwilligers, artsen en wetenschappers waar ik mij thuis voel. Genuanceerd maar toch duidelijk. En niet bang. Toch vond ik het belangrijk om eerst een sterk netwerk op te bouwen voordat ik mij eind vorig jaar publiekelijk uitsprak. Ik heb groot respect voor eenlingen die de strijd aangaan, maar dat is niet mijn rol.
Je bent voorzichtig?
Ja, ik denk meestal goed na voor ik een stap zet. Dat is misschien mijn Aziatische, wat risicomijdende bloed dat voor 35% door mijn aderen stroomt. Of mijn ervaring als bergwandelaar. In de bergen moet je soms in een split second de juiste beslissing nemen, en dat kan ik denk ik ook. Maar meestal is goed kijken voordat je een stap neemt verstandig, zeker als het landschap onoverzichtelijk is. En op de gletsjer heb je mensen om je heen nodig aan een touw, voor het geval je in een spleet valt. Dan kunnen die je er weer uithalen.
Hoe zie jij het Artsen Collectief in de toekomst? De interesse voor covid daalt en zal alleen maar verder dalen.
Ik zie het Artsen Collectief als een kennisnetwerk met een onafhankelijke kijk op gezondheid. Daarbij hoort het organiseren van congressen en lezingen. Het aangaan van gesprekken met journalisten en met de politiek. Het Collectief heeft bewezen een consequent genuanceerd maar wel duidelijk geluid te laten horen, al heel lang, vanaf midden 2020. Het een sterk netwerk van mensen die elkaar persoonlijk kennen. Dit soort netwerken van gemotiveerde mensen zijn eigenlijk onverwoestbaar en dus ‘toekomstbestendig’, om maar eens een modewoord te gebruiken. Met dit kennisnetwerk kunnen we snel inspelen op actuele ontwikkelingen.
Je doet naast je wetenschappelijke werk voor het Artsen Collectief nog vrij veel andere dingen. Zo schrijf je publieksartikelen, geeft lezingen over Indonesië, bent hardloper, bergwandelaar en biohacker. En je hebt een gezin. Hoe houd je al die ballen in de lucht?
Ik doe inderdaad veel maar ik doe ook veel niet. Ik kijk bijvoorbeeld geen televisie, ook geen Netflix. En ik drink geen alcohol. Daarmee bespaar ik veel tijd. Toch voel mij soms als een kat die zijn negen levens voor de zekerheid allemaal tegelijkertijd leeft. Voor het geval er toch maar één leven blijkt te zijn.
En wat als er toch echt negen levens blijken zijn?
Dan ga ik denk ik acht levens lang luieren, want eigenlijk ben ik ook behoorlijk lui.
Maarten was eerder te gast bij blckbx today:
- Blckbx belicht mogelijke risico’s van foute eiwitvorming door mRNA vaccins
- “In de eerste plaats stoppen met de messenger RNA-vaccinaties”