Er blijven ook vraagtekens bij de stelling van de Gezondheidsraad dat de veiligheid van vaccinatie tijdens de zwangerschap “in vele studies is aangetoond”.
In zijn advies onderbouwt de Gezondheidsraad de veiligheid voor zwangeren en hun baby’s met vier wetenschappelijke artikelen (1-4). In bijgaand artikel gaan we in op de zeer matige bewijsvoering voor de veiligheid van de coronavaccins voor deze doelgroep.
Het grootste probleem met deze studies is dat ze allemaal retrospectief zijn, terugkijkend. Er is geen enkele dubbelblinde gerandomiseerde placebogecontroleerde studie uitgevoerd om veiligheid en effectiviteit van de coronavaccins voor zwangeren en hun baby’s te testen.
Welke problemen geeft dit? De studies kunnen bijvoorbeeld last hebben van het zogenaamde “healthy vaccinee effect”. Dat betekent dat mensen die zich laten vaccineren om allerlei andere redenen een betere gezondheid kunnen hebben dan mensen die zich niet laten vaccineren, waardoor zowel de veiligheid als de effectiviteit te positief kunnen worden beoordeeld. In een van de studies is dit effect zeer waarschijnlijk, omdat de vaccins lijken te beschermen tegen allerlei niet aan covid gerelateerde klachten. De auteurs (3) schrijven zelf:
De hogere neonatale sterfte (respectievelijk 2,0 en 1,6/1000) die hierin wordt aangetroffen onder zwangere personen die niet tijdens de zwangerschap zijn gevaccineerd, kan een weerspiegeling zijn van een grotere kans op ongunstige risicofactoren voor neonatale sterfte die verband houden met een lagere sociaal-economische status en slechtere levensomstandigheden dan gemiddeld.
En:
Verstoring (confounding) van de studieresultaten doordat gevaccineerde personen gezonder zijn, heeft mogelijk bijgedragen aan de lagere neonatale morbiditeit en mortaliteit die gepaard ging met covid-19-vaccinatie tijdens de zwangerschap.
In sommige studies (2) doen gevaccineerde vrouwen het zoveel beter dan het historisch gemiddelde, dat een healthy vaccinee effect zeer waarschijnlijk is.
Een aantal andere kanttekeningen voor wat betreft de veiligheidsstudies voor zwangeren volgt hieronder.
- Auteurs van een van de studies (2) beoordelen hun studieresultaten met ‘lage tot zeer lage bewijskracht’(“low to very low to the certainty of evidence”).
- De veiligheidsstudies hebben een korte follow-uptijd. Bijvoorbeeld de pregnancy loss and neonatal outcomes van een systematische review, waarin slechts één studie is opgenomen, (Shimabukuro et al.), die meerdere zwangerschapsuitkomsten rapporteert. Deze studie verscheen zeer kort nadat begonnen was met het vaccineren van zwangere vrouwen en heeft problemen met transparantie en een hoog percentage spontane miskramen.
- Ook werd in een van de studies (3) voor wat betreft veiligheid maar een klein aantal symptomen bij het kind onderzocht, namelijk symptomen die bij volwassenen als bijwerkingen bekend waren, soms na meerdere injecties. Maar bij baby’s zouden heel andere bijwerkingen kunnen optreden, zoals een vermindering van stamcellenof verandering van het microbioom (zie: https://www.bcchr.ca/news/covid-19-vaccines-gut-microbiome-dietary-fibre en https://journals.lww.com/ajg/Fulltext/2022/10002/S2099_Persistent_Damage_to_the_Gut_Microbiome.2099.aspx). Naar dit soort bijwerkingen is juist niet gekeken.
- De meest recente studie (4) schrijft:
“over het algemeen was de zekerheid over het gepoolde bewijsmateriaal laag, vanwege ernstige twijfels over de consistentie, precisie en directheid van het geschatte gesynthetiseerde effect.” - Wat ook niet onvermeld moet blijven is dat sommige aannames in de door de Gezondheidsraad geciteerde studies nu al achterhaald zijn, zoals de aanname dat de mRNA-vaccins de placenta niet zouden kunnen passeren (3). Dit is recentelijk juist wel aangetoond. Relevant hierbij is ook dat het mRNA-coronavaccin ook aangetroffen is in moedermelk van gevaccineerde moeders, zodat baby’s via verschillende routes blootgesteld kunnen worden.
Als we de door de Gezondheidsraad aangedragen literatuur samenvatten, moeten we concluderen dat er geen sterke aanwijzingen zijn voor de veiligheid van de coronavaccins voor zwangere vrouwen en het kind, en dat soms de bewijsvoering flinterdun is.
Aanwijzingen voor onveiligheid voor zwangerschap
Er zijn wel aanwijzingen die duiden op een negatieve rol van met name de mRNA-vaccins voor de vruchtbaarheid.
- Een duidelijke invloed op de menstruatie cyclus
- Een ophoping van mRNA-vaccins bij proefdieren in de eierstokken.
- Een lager geboortecijfer dat correleert met het begin van de vaccinatiecampagne+ negen maanden.
- Invloed van het spike-eiwit op de hormoonhuishouding door binding aan de oestrogeen receptor alpha.
Daarom pleitte het Artsen Collectief al eerder voor het stopzetten van de coronavaccinaties bij zwangeren totdat adequate, onafhankelijke veiligheidsstudies zijn afgerond en gepubliceerd, inclusief genotoxische en reproductieve studies in diermodellen. Daarnaast zijn voor een goede risk/benefit afweging zijn ook adequate, onafhankelijke effectiviteitsstudies nodig.
Referenties:
- Fu W, Sivajohan B, McClymont E, Albert A, Elwood C, Ogilvie G, et al. Systematic review of the safety, immunogenicity, and effectiveness of COVID-19 vaccines in pregnant and lactating individuals and their infants. Int J Gynaecol Obstet 2022; 156(3): 406-417.
- Ciapponi A, Berrueta M, E PKP, Bardach A, Mazzoni A, Anderson SA, et al. Safety of COVID-19 vaccines during pregnancy: A systematic review and meta-analysis. Vaccine 2023; 41(25): 3688-3700.
- Norman M, Magnus MC, Soderling J, Juliusson PB, Naver L, Ortqvist AK, et al. Neonatal Outcomes After COVID-19 Vaccination in Pregnancy. Jama 2024; 331(5): 396-407.
- Rimmer MP, Teh JJ, Mackenzie SC, Al Wattar BH. The risk of miscarriage following COVID-19 vaccination: a systematic review and meta-analysis. Hum Reprod 2023; 38(5): 840-852
- Schwartz L, Aparicio-Alonso M, Henry M, Radman M, Attal R, Bakkar A. Toxicity of the spike protein of COVID-19 is a redox shift phenomenon: A novel therapeutic approach. Free Radic Biol Med. 2023 Sep;206:106-110. doi: 10.1016/j.freeradbiomed.2023.05.034. Epub 2023 Jun 29. Erratum in: Free Radic Biol Med. 2023 Jul 27;207:226. PMID: 37392949.